3iHa Lezen H4

Goedemorgen 3iHa!
Programma:

- Introductie (5 min)
- Terugblik (10 min)
- Uitleg (10 min)
- Zelfstandig werken (20 min)
- Afsluiting (10 min)Programma
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Goedemorgen 3iHa!
Programma:

- Introductie (5 min)
- Terugblik (10 min)
- Uitleg (10 min)
- Zelfstandig werken (20 min)
- Afsluiting (10 min)Programma

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
- Je leert onderscheid te maken tussen standpunten, argumenten, tegenargumenten en weerleggingen. 

Slide 2 - Diapositive

Terugblik
Enkelvoudige argumentatie
Nevenschikkende argumentatie
Onderschikkende argumentatie

Slide 3 - Diapositive

"Laten we naar het strand gaan. Het wordt mooi weer vandaag."
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Nevenschikkende argumentatie
C
Onderschikkende argumentatie

Slide 4 - Quiz

De spelling moet worden vereenvoudigd. De meeste Nederlanders blijven fouten maken. Kijk maar naar de spelfouten in tijdschriften en kranten.
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Nevenschikkende argumentatie
C
Onderschikkende argumentatie

Slide 5 - Quiz

Het festival was drie keer niks, de hoofdact ging niet door, de WC' s waren absoluut smerig en de podia stonden teveel uit elkaar.

Maak hier een blokjesschema van!

Slide 6 - Diapositive

Argumentatie
Betoog/overtuigende tekst
Standpunt
Argumenten
Tegenargument
Weerlegging

Slide 7 - Diapositive

Tegenargument en weerlegging
  • Met een tegenargument ontkracht je een standpunt
  • Met een weerlegging ontkracht je een argument

Slide 8 - Diapositive

Waarom een tegenargument en weerlegging?
Je weet dat niet iedereen het met jouw standpunt eens is. Die tegenstanders hebben daar ook hun argumenten voor. Dat zijn de tegenargumenten. Een tegenargument is een hoofdargument van de tegenstanders. Deze tegenargumenten worden in een goed betoog ook genoemd, maar de schrijver van het betoog zal proberen deze tegenargumenten te weerleggen of als dat niet kan te ontkrachten / af te zwakken.

Slide 9 - Diapositive

Bijvoorbeeld

Standpunt: De Spaanse Costa's zijn ideale vakantiegebieden.

Argument: De zon schijnt er altijd


Tegenargument: In de zon liggen is slecht voor je gezondheid. (huidkanker)

Weerlegging: Je moet niet te lang achter elkaar in de zon gaan liggen of op bepaalde uren van de dag niet in de zon gaan liggen.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Lien

Aan de slag
Wat: lees de theorie op blz. 106/107 en maak opdracht 1 en 2 (1 t/m 14)
Hoe: individueel (je mag in de chat een vraag stellen)
Aan het begin van het 2e uur kijken we waar eventueel extra aandacht aan geschonken moet worden.

Klaar: opdracht 4

Slide 12 - Diapositive

Afsluiting en vooruitblik
Is het lesdoel bereikt?
- je leert onderscheid te maken tussen standpunten, argumenten, tegenargumenten en weerleggingen. 

Hoe ging het?
Vooruitblik: volgende les argumentatie afronden.

Slide 13 - Diapositive

0

Slide 14 - Vidéo