lesweek 3: LEH 18C. Welbevinden. ACT 2.3. Niv-3

• Pedagogisch werk
• MBO
• Studiejaar 2

Week 3

Vertrouwensband 

Programma

*Doel

*Theorie

*Werken aan opdrachten

* Vragen

* Einde

Doelen

Aan het eind van de les 

- kan de student bewoorden waarom een vertrouwensband een belangrijk aspect van de relatie tussen opvoeder en kind is. 

- weet de student hoe deze relatie (vertrouwensband) en hoe hechting ontstaat 

 

wat weet jij over vertrouwensrelaties en noteer waarom deze belangrijk zijn voor de ontwikkeling van kinderen

Kijk naar de vorige dia. Geef aan wat jij prettige aspecten vindt bij het eerste functionele contact.

Relatie kind & pm-er

Een goede relatie tussen kind en pedagogisch medewerker ligt aan de basis van kwalitatief goede opvang. 

Elk kind heeft hechtingsfiguren in zijn leven nodig om zich goed te kunnen ontwikkelen.

Relatie kind & pm-er

- vaste leidster/vaste dagen, zodat de kinderen vertrouwd raken met de pedagogisch medewerkers die voor hen zorgen en een hechte relatie kunnen opbouwen.

-Veilige basis is nodig om te exploreren of terug te vallen bij de hechtingsfiguur.

Relatie kind & pm-er

Laat het kind merken d.m.v. het vertoonde gedrag:

- zijn aanwezigheid op prijs gesteld wordt; 

- elkaars eigenheid gerespecteerd wordt; 

- er vertrouwen is in elkaar; 

- er vriendelijk met elkaar wordt omgegaan; 

- er rekening gehouden wordt met elkaar; 

- geprobeerd wordt elkaar te begrijpen.

Huiswerk & Volgende week 

Bekijk het filmpje en lees de tekst eronder.

Maak aantekeningen over wat je terugziet.

Volgende week ->Hechting