bs 3 Cellen van dieren en planten

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

BS 3 Cellen van dieren en planten 

Leerdoelen

•  Je kunt delen benoemen van dierlijke en plantaardige cellen met hun kenmerken en functies.

Levend

Dood

levenloos

Sleep de betekenissen naar de juiste plek van de tekening

klein plantje wat uit kan groeien

beschermend vliesje

voeding voor de kiem

plek waarmee het zaad vastzat aan de vrucht

kan water doorheen

Dierlijke cellen

Plantaardige cel

Verschillen en overeenkomsten 

Elk celorganel heeft zijn eigen functie

Celwand: Beschermen van de cel en geeft stevigheid

Celmembraan: Het wel of niet doorlaten van de stoffen

Celkern: Regelt alles wat er in een cel gebeurt

Vacuole: zorgt voor stevigheid

Bladgroenkorrel: Zorgt voor energierijke stoffen (fotosynthese)

Cytoplasma: Stroperige vloeistof 

Verschillende soorten korrels

Overgaan van korrels

Welke onderdelen van de plantencel worden hier aangegeven? 

Celwand

Celkern

Bladgroenkorrel

Cytoplasma

Vacuole

Zijn in cel A plastiden aanwezig?
En zijn in cel B plastiden aanwezig?

1. je, in beide cellen
2. alleen in cel A zijn plastiden aanwezig
3. alleen in cel B zijn plastiden aanwezig
4. nee, in cel A en B zijn beide geen plastiden aanwezig

Als een tomaat rijpt gebeurt er iets met de kleur, hij gaat namelijk van een groene naar een rode kleur.
Een type plastide verandert in een andere type plastide.

Welk type plastide veranderde in welk andere?

1. Van zetmeelkorrel naar kleurstofkorrel
2. Van kleurstofkorrel naar bladgroenkorrel
3. Van bladgroenkorrel naar kleurstofkorrel
4. Van bladgroenkorrel naar zetmeelkorrel

Welke cel heeft een celmembraan?

1. Plantaardige cel
2. Dierlijke cel
3. Plantaardige en dierlijke cellen
4. Geen van beiden

Welke cel heeft een celkern?

1. Plantaardige cel
2. Dierlijke cel
3. Plantaardige en dierlijke cel
4. Geen van beiden

De drie typen plastiden zijn:

1. bladgroen-, zetmeel- en waterpestkorrels
2. zetmeel-, waterpest- en kleurstofkorrels
3. kleurstof-, paprika- en zetmeelkorrels
4. kleurstof-, bladgroen- en zetmeelkorrels

Een dierlijke cel heeft bladgroenkorrels

1. Waar
2. Niet waar

Een celkern regelt alles wat er in de cel gebeurt.

1. Juist
2. Onjuist

Wat is waar?

1. Cel 1: plantaardige cel Cel 2: dierlijke cel
2. Cel 1: Bacterie Cel 2: dierlijke cel
3. Cel 1: dierlijke cel Cel 2: plantaardige cel
4. Cel 1: Schimmelcel Cel 2: plantaardige cel

Een dierlijke cel heeft een celwand

1. Ja
2. Nee

Hoe noem je de cellen van een mens?

1. dierlijke cel
2. menselijke cel
3. plantencel
4. plantaardige cel

Van klein naar groot

Cel - Weefsel - Orgaan - Orgaanstelsel - Organisme

Orgaanstelsels

Een groep organen die samenwerken, heet een orgaanstelsel.

Voorbeelden van orgaanstelsels:

- Skelet

- Verteringsstelsel
- Ademhalingsstelsel

- Bloedvatenstelsel 

Huiswerk

• Lezen bs 3
• Maken woordenlijst bs 3
• Maken opdrachten bs 3 digitaal