Klas 2BK2 Lesweek 34 - Les 1

• Duits
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Kapitel 9: Einkaufen

Achtung:

Handy in deine Tasche.

Auf deinem Tisch liegen:

Dein Buch, dein Heft und dein Etui.

Afspraken

- Respect hebben voor elkaar

- Aardig zijn voor elkaar

- Stil zijn als iemand praat

Regels

- Eigen plaats

- Spullen klaarleggen op tafel

- Is de deur dicht en sta ik voor het bord, dan is het stil en ga ik beginnen.

- Wanneer ik aan het woord ben, ben jij stil en luistert.

Was machst du Heute?

• den Rest des Schuljahres

• Kapitel 9 kennenlernen

• Sehen

• (Wortschatz -> ein Spiel)

• Unterricht abschließen

Was lernst du Heute?

• Je weet hoe de rest van het Schooljaar eruitziet.

• Du kannst eine einfache Reportage über Einkaufen verstehen.

• Du lernst Wörter kennen die mit Einkaufen zu tun haben.

den Rest des Schuljahres

7 Wochen und 3 Tests:

Freitag 2. Juni -> Vlog “Aussehen”

Mittwoch 28. Juni -> Kijk + luistertoets + (formatief) Wortschatz Thema Einkaufen

Toetsweek -> leestoets + Wortschatz Thema Einkaufen

Kapitel 9 / Einkaufen

BK -> S. 126

KT -> S. 134

• Wortschatz
• Grammatik
• Lesen
• Sprachmittel

Sehen = oefenen voor kijk + luistertoets

BK	KT
- Ӧffne dein Buch auf Seite 126 - Wir lesen zusammen die Lernliste D-N A Sehen - Schrijf nu de Duitse woorden met de Nederlandse vertaling in je schrift.	- Ӧffne dein Buch auf Seite 124 - Schrijf de Duitse woorden met de Nederlandse vertaling in je schrift. - Wir lesen zusammen die Lernliste D-N A Sehen .

Sehen = oefenen voor kijk + luistertoets

BK	KT
- Ӧffne dein Buch auf Seite 98 / Aufgabe 1 - Titel lesen und Bild anschauen + lesen - Augabe 1a machen + Fragen lesen	- Ӧffne dein Buch auf Seite 104 / Aufgabe 1 - Titel lesen und Bild Anschauen + lesen - Aufgabe 1a machen + Fragen lesen

Sehen = oefenen voor kijk + luistertoets

BK + KT 

- We luisteren en kijken naar Max in Hannover.

- Na iedere fragment zet ik de film stil en vraag ik kris / kras door de klas naar de antwoorden.

- Iedereen doet mee.

- Het is rustig in de klas.

Paare finden

- Vorm drie- of viertallen.

- Je krijgt van mij een envelop met daarin de woorden van de Lernliste N-D van Kapitel 9.

- Zoek zo snel mogelijk het Nederlandse en Duitse woorden bij elkaar.

- Jullie hebben 10 minuten de tijd (of korter wanneer er eerder een winnaar is).

- De winnaar krijgt een zakje Haribo.

Zum Schluss

Was für neues Wort hast du heute gelernt?

Erzähl es deinen Nachbarn.