1.1 Structuur van getallen - rekenen

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 2

Rekenen

Domein 1 getallen

Hoofdstuk 1: structuur van getallen

1.1 getallen van herkennen

1.2 grote getallen

1.3 getallen ordenen

1.4 decimale getallen

1.5 negatieve getallen

Waarom is dit belangrijk?

Getallen kom je overal tegen in je dagelijkse leven.

Denk aan geldbedragen, afstanden, als je moet meten of als je de temperatuur wilt weten.

Een 0 meer of minder kan heel veel verschil maken.

Ook maak je met getallen sommen (+, -, x en :).

Het is belangrijk dat je altijd benoemt wat het getal betekent. 

H1: Structuur van getallen

1.1 getallen herkennen

Doel: 

Je leert de betekenis van getallen in je eigen omgeving.

Je benoemt en schrijft de betekenis van het getal erachter.

Een voorbeeld

Het getal 160 staat voor 160 gram (gr)

Je schrijft op:

160 gram of 160 gr.

Nog een voorbeeld

21.10.09 staat voor 

21 oktober 2009.

Je schrijft op:

21 oktober 2009

Waar staat dit getal voor?

Schrijf de getallen in cijfers
zestienduizend drieënnegentig =

1. 16 930
2. 16 039
3. 16 390
4. 16 093

zevenhonderdduizend driehonderddertig =

1. 700 330
2. 733 000
3. 700 033
4. 703 300

Maken

paragraaf 1.1

Blz 11, 12 en 13

Opdracht 1 t/m 12

Je mag samen of alleen werken.

We kijken het samen na.

Eerder klaar? Oefen op studiemeter startrekenen online 2F domein 1 

(rode of paarse boek maakt niet uit)

H1: structuur van getallen

1.2: grote getallen

Doel: 

Je leert de waarde van het cijfer in een getal

Je leert het uitspreken, schrijven en de betekenis van grote getallen.

Getallen in een schema

Geef de waarde aan van het getal

Wat is de waarde van het cijfer 5 in de getallen? 347 359

1. 500
2. 5
3. 50
4. 0,5

Wat is de waarde van het cijfer 5 in de getallen? 6 523 302

1. 500 000
2. 50 000
3. 5000
4. 5000 000

Maken

paragraaf 1.2

Blz 15, 16 en 17

Opdracht 1 t/m 12

Je mag samen of alleen werken.

We kijken het samen na.

Eerder klaar? Oefen op studiemeter startrekenen online 2F domein 1 

(rode of paarse boek maakt niet uit)

H1: structuur van getallen

1.3 getallen ordenen

Doel:

Je plaatst getallen op de juiste plek op een getallenlijn

Je kent en past de volgende begrippen toe:

groter dan, kleiner dan, even groot als.

Hoe zat het ook al weer?

groter > kleiner (groter dan)

kleiner < groter (kleiner dan)

even groot = even groot

Welk getal wijst de pijl aan op de getallenlijn?

Kleiner of groter dan: 9...........5

1. <
2. >
3. =

Kleiner of groter dan: 21.........42

1. <
2. >
3. =

Getallenlijnen en tijdlijnen

631 = 600 + ..... + 1

1. 3
2. 30
3. 33
4. 301

Maken

Paragraaf 1.3

blz. 19 t/m 21

Opdracht 1 t/m 14

Je mag samen of alleen werken.

We kijken het samen na.

Eerder klaar? Oefen op studiemeter startrekenen online 2F domein 1 

(rode of paarse boek maakt niet uit)

28 530 = 20 000 + ...... + 530

1. 800
2. 80
3. 80 000
4. 8000

3085,6 = 3000 + ...... + 5,6

1. 85,6
2. 85
3. 80
4. 8

67,28 = 60 + ...... + 0,28

1. 7
2. 7,28
3. 67
4. 70

3542 = 3000 + .... + 42

1. 5000
2. 500
3. 5
4. 50

Groter, gelijk, kleiner dan.
7 ..... -7

1. >
2. <
3. =
4. +

Groter, gelijk, kleiner dan.
-6 ..... 3

1. >
2. =
3. +
4. <

Groter, gelijk, kleiner dan.
9,1 ..... 9,10

1. >
2. <
3. =
4. +

Groter, gelijk, kleiner dan.
12, 03 ..... 12,1

1. >
2. <
3. =
4. +

Groter, gelijk, kleiner dan.
10,29 ..... 10,3

1. =
2. >
3. +
4. <