Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2
Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Waar geloof jij in?
Slide 4 - Carte mentale
Slide 5 - Diapositive
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga
Slide 6 - Diapositive
1500
v. Chr.
1000
v. Chr.
500
v. Chr.
1
500
1000
1500
2000
2050
Sleep de iconen naar de juiste plek in de tijdlijn.
Slide 7 - Question de remorquage
Slide 8 - Diapositive
Koninkrijk?
De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest,
hoewel daar erg weinig over bekend is.
En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?
In 117 na Christus was het Romeinse Rijk op zijn grootst.
In 63 v. Chr. veroverden de Romeinen de streek Palestina. Hier woonden vooral joden. Zij geloven in één god. Dit heet: monotheïsme (monos=enkel, theos=god).
De joden geloofden dat een verlosser hen zou bevrijden van al het kwaad, dus misschien ook wel van de Romeinen.
Romeinen geloven in meerdere goden. Dit heet: polytheïsme (poly=meer, theos=god). Overwonnen volken mogen hun eigen goden houden, zolang ze de belangrijkste Romeinse goden ook vereren. De Romeinen nemen op hun beurt ook weer Goden van andere volken over.
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Monotheïsme betekent...
A
Geloven in één God
B
Geloven in meerdere Goden
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Diapositive
Heeft Jezus echt bestaan?
Historici vermoeden van wel, hoewel er over het leven van Jezus geen (geschreven) bronnen zijn.
Ook de Romeinen hebben niets opgeschreven over deze persoon.
Alles wat wij van hem weten is (ongeveer 50 jaar) later opgeschreven, bijvoorbeeld in de Bijbel (Nieuwe Testament).
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Uit hoeveel boeken is de Bijbel opgebouwd?
A
1
B
33
C
60
D
66
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Hoe komt het dat vooral arme mensen christen werden?
A
De christenen zorgden ervoor dat arme mensen omgekocht werden. Als zij christen zouden worden, kregen ze een groot geldbedrag.
B
Rijke mensen hadden een betere opleiding gehad. Daarom geloofden ze de dingen die de christenen vertelden, niet zo makkelijk.
C
Christenen hielpen elkaar. Als er één ziek werd of in de problemen kwam, hielpen de anderen hem.
D
Christenen geloven dat je in de hemel komt als je goed geleefd hebt. Arme mensen hadden een zwaar leven. Zij vonden het fijn dat er na de dood een prettiger leven zou komen.
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Diapositive
Een oorzaak was dat het christendom werd verboden. Wat was het gevolg?
Slide 22 - Question ouverte
Slide 23 - Diapositive
Waarom werd het christendom een staatsgodsdienst van de Romeinen?
Slide 24 - Question ouverte
Christenen in het Romeinse Rijk
Het Christendom verspreidt zich snel in het Romeinse Rijk.
De goede wegen en de aantrekkingskracht van het geloof
zorgen ervoor dat veel mensen christen worden.
De verspreiding van het Christendom in het Romeinse Rijk.