3. H3/A3 Sociaal ontwerp

Designopdracht: sociaal object
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
KunstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Designopdracht: sociaal object

Slide 1 - Diapositive

Omslagfoto: Schilderij van David Hockney uit 1971: Objecten op glazen tafel.

Opmerkingen: 
Inspiratie voor deze opdracht bevindt zich in de laatste sectie!
Wat is het onderwerp van dit designobject?
En waarom denk je dat? Kan je jouw idee uitleggen?
Wat zou je de kunstenaar/ontwerper willen vragen?
My dearest cat Pinkeltje (2004)
Tinkebell

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Les 1: 
  • Uitleg opdracht
  • Uitleg planning en creatief proces
  • Doorlopen creatief proces en bijbehorende tussenopdrachten
  •  Bekijken voorbeelden van (sociaal)maatschappelijk ontwerp
  • Bedenken eigen onderwerp

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een designobject...
... dat een gesprek start over een maatschappelijk onderwerp.
Duur: 10-12 lessen
Individueel of in groepsverband
Eén designobject per persoon

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

WAT IS DESIGN?
Bij design bepaal je de vorm van een object.  Alle gebruiksobjecten zijn vormgegeven; iemand heeft er over nagedacht voordat het is gemaakt. Alle tijdschriften zijn vormgegeven. Alle lettertypes, logo's, meubels, auto's, gebouwen, kleding, websites enzovoorts. 
Design is overal om je heen. 




Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een designer geeft een bestaand / nieuw product een nieuwe vorm/kleur/toevoeging/functie waardoor het product aantrekkelijker wordt om aan te schaffen voor een bepaalde doelgroep.  

Een ontwerp kan bedoeld zijn voor kinderen, tieners, bejaarden. Maar het kan ook specifieker: bijvoorbeeld voor liefhebbers van Disney. Of voor eigenaren van een zwembad. 
Of metalheads. Of voor toeristen. 

HET DOEL VAN  DE DESIGNER

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat leer je?
Planning
Fase
Wat doe je?
Inleveren
I Oriëntatie

Oriënteer jezelf op het onderwerp: design en maatschappij en verzamel informatie: wat weet/ken je al?
Brainstorm/
aantekeningen
II Onderzoek 

Onderzoek jouw mogelijkheden: welke materialen, welk onderwerp en welke objecten? Wat zijn je mogelijkheden?
Woordweb/
aantekeningen
III Experiment

Test welk idee, materiaal, welke stijl en welke objecten het beste werken. 
Schetsen / materiaalproeven/
moodboard/pitch
IV Uitvoering
Werk je eindwerk uit.
Designobject
V Reflecteren/
Evalueren 
Reflecteer op jezelf en met anderen.
Evaluatieformulier
VI Presenteren
Presenteer je werk!
De Gedekte tafel

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Om deze planning/dit creatief proces te doorlopen krijgen jullie een vier opdrachten. Deze vind je in de volgende slides.

Deze leg je allemaal vast voor de eindpresentatie.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 1: 
  • Wat is design en wat is een designobject? 
  • Wat voor thema's horen bij '(sociaal) maatschappelijk'
  • Wat is een (sociaal)maatschappelijk object volgens jou?
  • Voor wie maak jij het object? Wat is je doelgroep?
  • Welk gesprek wil je starten? (Waarover gaat het?)

Fase I en II

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 1: 
Je legt opdracht 1 vast op papier: 
Brainstorms, moodboards, schetsen, etc. 

Je presenteert je idee voor een object/thema kort aan de klas/een klasgenoot/de docent. 
Duur: max. 2 lessen.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat leer je?
Planning
Fase
Wat doe je?
Inleveren
I Oriëntatie

Oriënteer jezelf op het onderwerp: design en maatschappij en verzamel informatie: wat weet/ken je al?
Brainstorm/
aantekeningen
II Onderzoek 

Onderzoek jouw mogelijkheden: welke materialen, welk onderwerp en welke objecten? Wat zijn je mogelijkheden?
Woordweb/
aantekeningen
III Experiment

Test welk idee, materiaal, welke stijl en welke objecten het beste werken. 
Schetsen / materiaalproeven/
moodboard/pitch
IV Uitvoering
Werk je eindwerk uit.
Designobject
V Reflecteren/
Evalueren 
Reflecteer op jezelf en met anderen.
Evaluatieformulier
VI Presenteren
Presenteer je werk!
De Gedekte tafel

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 2: 
  • Vind twee verschillende materialen die met elkaar contrasteren. 
  • Kies uit: wil je een praktisch en werkend object of wil je een onpraktisch/ niet werkend object?
  • Doe hiervoor materiaalonderzoek! Wat is mogelijk en wat niet?

Fase II en III



Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 2: 
Je legt opdracht 2 vast in testen, foto's, video's en/of schetsen. Je bewaart je experimenten (in het echt óf op foto/video).

Duur: +-4 lessen


Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat leer je?
Planning
Fase
Wat doe je?
Inleveren
I Oriëntatie

Oriënteer jezelf op het onderwerp: design en maatschappij en verzamel informatie: wat weet/ken je al?
Brainstorm/
aantekeningen
II Onderzoek 

Onderzoek jouw mogelijkheden: welke materialen, welk onderwerp en welke objecten? Wat zijn je mogelijkheden?
Woordweb/
aantekeningen
III Experiment

Test welk idee, materiaal, welke stijl en welke objecten het beste werken. 
Schetsen / materiaalproeven/
moodboard/pitch
IV Uitvoering
Werk je eindwerk uit.
Designobject
V Reflecteren/
Evalueren 
Reflecteer op jezelf en met anderen.
Evaluatieformulier
VI Presenteren
Presenteer je werk!
De Gedekte tafel

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 3
  • Naar aanleiding van je experimenten en onderzoek ga je aan de slag met je eindproduct! 
  • Dit mag een werkend/echt product zijn of een prototype van 20x20 cm max.

Fase IV

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 3
Je legt het maken van jouw eindproduct vast in tussentijdse foto's en video's, op de momenten waarop het  nodig is. 

Duur: 8 lessen

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat leer je?
Planning
Fase
Wat doe je?
Inleveren
I Oriëntatie

Oriënteer jezelf op het onderwerp: design en maatschappij en verzamel informatie: wat weet/ken je al?
Brainstorm/
aantekeningen
II Onderzoek 

Onderzoek jouw mogelijkheden: welke materialen, welk onderwerp en welke objecten? Wat zijn je mogelijkheden?
Woordweb/
aantekeningen
III Experiment

Test welk idee, materiaal, welke stijl en welke objecten het beste werken. 
Schetsen / materiaalproeven/
moodboard/pitch
IV Uitvoering
Werk je eindwerk uit.
Designobject
V Reflecteren/
Evalueren 
Reflecteer op jezelf en met anderen.
Evaluatieformulier
VI Presenteren
Presenteer je werk!
De Gedekte tafel

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 4
  • Je geeft een eindpresentatie: 
Hierin presenteer je jouw eindproduct en het proces er naartoe.
Je laat tussenstappen zien: de keuzes en  experimenten die je gedaan/gemaakt hebt, de veranderingen die hebben plaats gevonden, etc. 

  • Format: presentatie of filmpje.
  • Duur: 5 minuten
  • Fase: VI

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

LES BIJ OPDRACHT 2

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Les opdracht 2: 
  • Uitleg opdracht
  • Functie v.s. vorm
  • Doorlopen creatief proces en bijbehorende tussenopdrachten
  •  Bekijken voorbeelden van (sociaal)maatschappelijk ontwerp
  • Bedenken eigen onderwerp

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

FUNCTIE VS. VORM
Een designer moet altijd kiezen tussen hoe handig en hoe bijzonder het product wordt. 
Bij functioneel kun je denken aan: is het stapelbaar? Is het goedkoop te produceren? Is het materiaal licht? Is het hufterproof? 
Een bijzondere vorm is vaak minder functioneel. 

Form follows function v.s. 
Function follows form ?

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

FUNCTIE VS. VORM
Hier zie je hoe een bankje heel functioneel maar ook heel kunstzinnig kan worden vormgegeven. Door te schetsen en uit te proberen kan vormgeving tot heel bijzondere en creatieve objecten leiden. 

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

KEUZES VAN DE DESIGNER
Een designer maakt voortdurend keuzes over de vorm van het product dat hij ontwerpt. Recht of krom? Groot of klein? Eén materiaal of meerdere materialen? Ronde of hoekige vormen? 

Bij het bepalen van de vorm houdt de designer de doelgroep in gedachten: wat zou degene die dit product koopt of krijgt mooi/stoer/gaaf/passend vinden? 

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een designer kan besluiten natuurlijke (organische) vormen toe te passen of om geometrische (wiskundige) vormen toe te passen.
Rechte wiskundige vormen geven een meer strakke zakelijke indruk. Bovendien oogt het product minder comfortabel. Een organische vorm ziet er vloeiender en speelser uit. Beide opties kunnen dus een goede keuze zijn afhankelijk van de doelgroep. 
KEUZES VAN DE DESIGNER
Hier heeft de designer een combinatie gemaakt van geometrische en organische vormen. Dit zitobject is haast meer een kunstwerk dan een meubel. 

Slide 24 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Organische vormen
Geometrische vormen

Slide 25 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Een designer kan besluiten een open vorm of een gesloten vorm te gebruiken. Bij een open vorm kun je er doorheen kijken. Bij een gesloten vorm niet. 

Een open vorm maakt een lichtere en speelse indruk, terwijl een gesloten vorm een zwaardere zakelijke indruk wekt. 

Wanneer de doelgroep gewichtig wil overkomen zou een gesloten vorm meer voor de hand liggen. 


KEUZES VAN DE DESIGNER
Maradona, ooit een wereld beroemde voetballer en nu trainer van een argentijns team heeft deze stoel speciaal laten maken. De grote gesloten vorm straalt uit dat hij macht en aanzien uit. 

Slide 26 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Open vorm
Gesloten vorm

Slide 27 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Als de vorm van van het object bepaald is kiest de designer voor passend kleurgebruik. Dit zijn kleuren die de doelgroep kan waarderen.  De vormgever kan kiezen voor expressieve kleuren, trendy kleuren of ingetogen kleuren enzovoorts.
Voor producten die bedoelt zijn voor kinderen worden vaak zuivere felle kleuren gebruikt. Wanneer een product een stoere uitstraling moet krijgen worden kleuren vaak verdonkerd.
KEUZES VAN DE DESIGNER
Voor dit product koos de designer voor verdonkerde kleuren. Op deze manier wordt geprobeerd een meer stoere uitstraling te geven aan het product. In de hoop dat de doelgroep, de man, dit product daardoor eerder koopt. 

Slide 28 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Verhelderde kleuren (gemengd met wit) 
Verdonkerde kleuren (gemengd met zwart)
Zuivere kleuren 

Slide 29 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

LES BIJ OPDRACHT 3

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions