Oefenen PW Planten en dieren hGL

Oefenen Proefwerk Planten en dieren


Klas 1 hGL
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Oefenen Proefwerk Planten en dieren


Klas 1 hGL

Slide 1 - Diapositive


A
levend
B
dood
C
levenloos
D
gewoon, water

Slide 2 - Quiz

Welke levenskenmerken worden gebruikt om te reageren op de omgeving?
A
Voortplanten en bewegen
B
Voortplanten en groeien
C
Waarnemen en bewegen
D
Uitscheiden en groeien

Slide 3 - Quiz

Het poortje van een bruine boon is nodig om:
A
Een blaadje te maken wanneer de boon ontkiemt
B
Niks, hij heeft geen functie
C
energie te geven aan het kiemplantje
D
Water in de boon toe te laten

Slide 4 - Quiz

Zweten is een voorbeeld van het levenskenmerk:
A
uitscheiden
B
groeien
C
ademhalen
D
transpireren

Slide 5 - Quiz

Jeroen besluit een middag naar de sportschool te gaan om meer spiermassa te krijgen. Het krijgen van extra spiermassa is een voorbeeld van :
A
Ontwikkelen
B
groei
C
voorplanten
D
metamorfose

Slide 6 - Quiz

Zet de stappen van de levensloop van een plant in de juiste volgorde
Zaad
Volwassenplant
Ontkieming
Bloei
Kiemplant
Levenscyclus

Slide 7 - Question de remorquage

Zet de namen van de onderdelen van de bruine boon op de juiste plekken.
Zaadhuid
Zaadlob
Poortje
Navel
Blaadjes
Stengel
Wortel

Slide 8 - Question de remorquage

Wat is GEEN levenskenmerk?
A
Voeden
B
Ademen
C
Praten
D
Uitscheiden

Slide 9 - Quiz

Wat is de functie van de zaadhuid.
A
Bescherming
B
Zorgt dat er water naar binnen kan.
C
Hier zat het zaadje mee vast aan de moeder plant.

Slide 10 - Quiz

Gaat de volgende zin over groei of over ontwikkeling?
Je koopt een nieuwe broek omdat je oude te kort is.
A
Groei
B
Ontwikkeling

Slide 11 - Quiz

Gaat de volgende zin over groei of over ontwikkeling?
Een jongen krijgt baardgroei in de puberteit.
A
Groei
B
Ontwikkeling

Slide 12 - Quiz

Welke omschrijving past bij welke levensfase? Sleep de omschrijving naar de juiste levensfase
Baby.
Peuter
Kleuter
Schoolkind
Puber
Adolescent
Volwassene
Bejaarde
Leert lezen en schrijven.
Leert omgaan met verlies.
Leert zitten en kruipen
Leert naar de wc gaan en fietsen
Leert zelfbewust denken.
Leren zelfstandig zijn
Leren kinderen opvoeden
Leren praten en traplopen

Slide 13 - Question de remorquage

In welke levensfasen krijg je een groeispurt?
A
Kleuter en puber
B
Baby en puber
C
Peuter en puber
D
Schoolkind en puber

Slide 14 - Quiz