Pedagogiek periode 3.2 - les 6

Deze les
Sociaalwetenschappelijke theorieën en benaderingswijzen

Boek GPM
Thema 9
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Deze les
Sociaalwetenschappelijke theorieën en benaderingswijzen

Boek GPM
Thema 9

Slide 1 - Diapositive

Sociale wetenschappen
Sociale wetenschap is geïnteresseerd in de mens en zijn omgeving
Maatschappijwetenschappen richten zich vooral op de rol en de functie die de mens vervult in de samenleving
Gedragswetenschappen zijn vooral geïnteresseerd in de wijze waarop de mens denkt, voelt en handelt

Slide 2 - Diapositive

Sociaalwetenschappelijke benaderingen
psychoanalytische benadering
gedragstherapeutische benadering
cliëntgerichte benadering
oplossingsgerichte benadering
lichaamsgerichte benadering
systeemgerichte benadering

Slide 3 - Diapositive

Benadering
Psychoanalytische benadering van 
Sigmund Freud

Slide 4 - Diapositive

Psychoanalytische benadering
Een probleem ontstaat als gevolg van een onverwerkt conflict. 

De therapeut helpt de cliënt om onbewuste, onverwerkte blokkades bewust te maken en alsnog te verwerken.

Slide 5 - Diapositive

Sigmund Freud
Studeerde medicijnen. 
Behandelde mensen met onverklaarbare, lichamelijke klachten Was geïnteresseerd in wat er in zijn cliënten omging. 
Klachten hebben een diepere oorzaak. 

Slide 6 - Diapositive

Id, ego, superego
Ieder mens bestaat uit een id, een ego en een superego. 
In het Duits: Es, Ich en Über-ich. 
Zie volgende slide.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Id, ego, superego
Het id is gericht op directe behoeftebevrediging. 


Het ego wil het id in toom houden door zelfdiscipline. 

Het superego is het geweten van het kind, maakt een ideaalbeeld van zichzelf. Superego wordt gevormd door de omgeving. 

Slide 9 - Diapositive

Id, ego, superego
  • Het ego zit tussen het id en het superego in.
  • Het id en het superego oefenen grote druk uit op het ego. 
  • Het id wil zijn eigen behoeften vervullen, het superego wil tegemoet komen aan de wensen van zijn omgeving.
  • Wanneer dit voor het kind te veel wordt, verstopt het gevoelens in het onbewuste. 

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Evenwicht
Bij een gezond persoon zijn id, ego en superego in evenwicht

  • Te dominant id: persoon is impulsief en ongecontroleerd
  • Te dominant superego: persoon is moralistisch en oordelend
  • Te dominant ego: persoon is zo sterk gericht op aanpassing dat spontaan gedrag moeilijk is

Slide 12 - Diapositive

Onevenwichtig persoon
  • Geen evenwicht tussen id, ego en superego was volgens Freud de oorzaak van veel klachten. 
  • Zijn therapie: onbewuste conflicten tussen uit het onbewuste halen, zodat het kon worden verwerkt. 
  • Werkwijze: eerst door hypnose. Later vrije associatie: de cliënt spreekt al zijn gedachtes uit.

Slide 13 - Diapositive

Werkwijze psychoanalyse therapie
  • Cliënt spreekt gedachten vrij uit
  • Veilige omgeving nodig
  • Huidige problemen verwijzen naar problemen in het verleden die zijn weggestopt
  • Therapeut maakt verband duidelijk
  • Cliënt kan oude gevoelens in een veilige situatie verwerken 
  • Heftige emoties verwijzen naar het verleden. Dit besef kan de cliënt helpen zijn eigen gedrag te herkennen en bij te sturen.

Slide 14 - Diapositive