3.4

H3: Warmte en energie
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo b, k, g, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H3: Warmte en energie

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
Opstarten
05 min
Herhalingsquiz 3.3
10 min
Uitleg paragraaf 3.4
10 min
Maken paragraaf 3.4
15 min
Lesafsluiting met LessonUp
10 min

Slide 2 - Diapositive

Planning:
  1. Donderdag 19-09:            Paragraaf 3.3
  2. Vrijdag 20-09:                    Paragraaf 3.4    (Les start om 08:45 uur)
  3. Donderdag 26-09:           Paragraaf 3.5
  4. Vrijdag 27-09:                     PO duurzame Energie H3
  5. Donderdag 03-10:             PO Duurzame Energie H3
  6. Vrijdag 04-10:                      PO Duurzame Energie H3
  7. Donderdag 10-10:              Inleveren PO Duurzame Energie H3

Slide 3 - Diapositive

Warmte gaat altijd ...
A
Van een hoge naar een lagere temperatuur
B
Van een lage naar een hoge temperatuur

Slide 4 - Quiz

Wat is isoleren?
A
Zorgen dat geleding, stroming en straling beter gaat.
B
Zorgen dat geleiding en stroming beter gaat.
C
Zorgen dat stroming en straling wordt tegengegaan.
D
Zorgen dat stroming, geleiding en straling wordt tegengegaan.

Slide 5 - Quiz

Warmtelekken kun je zichtbaar maken met een ...
A
Infraroodcamera
B
UV-camera

Slide 6 - Quiz

Warmteverlies door geleiding ga je tegen ....
A
Door het vasthouden stil zetten van de lucht
B
Met isolatoren
C
Door de warmte terug te kaatsen.

Slide 7 - Quiz

Je verwarmt soep. In de pan staat een stalen lepel. De lepel wordt ook warm.

Dit komt door de ........... ?
A
Stroming
B
Isolatie
C
Geleiding
D
Straling

Slide 8 - Quiz

Wat helpt niet bij het isoleren van een huis.
A
Dubbelglas
B
Muur isolatie
C
Vloerverwarming
D
Dak isolatie

Slide 9 - Quiz

3.4 Energiecentrales

Slide 10 - Diapositive

Leerdoelen
Je leert waar de elektriciteit die je thuis gebruikt vandaan komt.
Je leert welke verontreinigingen ontstaan bij verbranding.
Je leert waardoor het broeikaseffect ontstaat.

Slide 11 - Diapositive

Conventionele energiecentrale
Verbranding van fossiele brandstoffen:
AARDOLIE
AARDGAS
STEENKOOL

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Energieomzettingen

Slide 14 - Diapositive

Kerncentrale
Energie wordt opgewekt door het splijten van kernen van zware atomen.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Verontreiniging
thermische verontreiniging
Verhoging van de temperatuur van oppervlaktewater door warm afvalwater van fabrieken.
zure regen
Ontstaat als verbrandingsgassen oplossen in regenwolken.
Fijnstof
Fijnstof bestaat uit zeer kleine deeltjes vaste stof in de lucht die schadelijk zijn voor de gezondheid.
Smog
Een vorm van luchtvervuiling. Een samenvoeging van smoke (= rook) en fog (= mist).

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Versterkt broeikaseffect

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Slide 22 - Diapositive

Aan de slag 
  • Wat? Maak 3.4 opdracht 68 t/m 70 + 72 t/m 76 + 80 t/m 83
  • Hoe? Binnen je groep
  • Tijd? 15 min
  • Klaar? Kom naar de docent toe

timer
15:00

Slide 23 - Diapositive

Opgave 53

Slide 24 - Diapositive

Opgave 56

Slide 25 - Diapositive

Opgave 66

Slide 26 - Diapositive

Opgave 66

Slide 27 - Diapositive

Opgave 67

Slide 28 - Diapositive

Opgave 67

Slide 29 - Diapositive

Je leert ...
  • uitleggen hoe een conventionele energiecentrale elektrische energie maakt:
  • aangeven waardoor thermische verontreiniging ontstaat;
  • aangeven welke verontreinigingen door verbranding ontstaan;
  • uitleggen hoe het broeikaseffect werkt;
  • uitleggen waardoor het versterkt broeikaseffect is ontstaan.

Slide 30 - Diapositive

Leg uit waar de elektriciteit die je thuis gebruikt vandaan komt.

Slide 31 - Question ouverte

Conventionele energiecentrale
Fossiele brandstoffen
Bewegingsenergie
Chemische energie
Warmte
Bewegingsenergie

Slide 32 - Diapositive

Verontreiniging
Energiecentrales gebruiken water als koelmiddel.
Het opgewarmde water komt na gebruik in 
rivieren terecht.


Het opwarmen van oppervlaktewater door menselijke activiteit heet thermische verontreiniging.  


Slide 33 - Diapositive

Verontreiniging
Het opwarmen van oppervlaktewater door menselijke activiteit heet thermische verontreiniging.  

Warm water bevat minder zuurstof. Hierdoor krijgen vissen en andere waterdieren te weinig zuurstof. 

Slide 34 - Diapositive

Verontreiniging
In de rookgassen zitten schadelijke stoffen.

Sommige van die stoffen zorgen voor zure regen.


Slide 35 - Diapositive

Het opgewarmde water van energiecentrales wordt geloosd in rivieren. Van welke stof neemt de hoeveelheid in het water dan af?
A
lucht
B
aardgas
C
stikstof
D
zuurstof

Slide 36 - Quiz

Welke invloed heeft het opwarmen van oppervlaktewater op de vissen?

Slide 37 - Question ouverte

Waardoor wordt zure regen veroorzaakt?

Slide 38 - Question ouverte

Verontreiniging
Uitlaatgassen van voertuigen komt vrij als fijnstof. Fijnstof is slecht voor de gezondheid. 

Bij windstil kan er smog ontstaan. 
Smog komt door vervuilende stoffen in de lucht. 

Het tast de luchtwegen aan.

Slide 39 - Diapositive

Waardoor wordt smog veroorzaakt?

Slide 40 - Question ouverte

Leg uit waarom smog ontstaat als het niet waait.

Slide 41 - Question ouverte

Waarom dragen veel mensen mondkapjes op plekken met smog?

Slide 42 - Question ouverte

0

Slide 43 - Vidéo

0

Slide 44 - Vidéo