Miniles frans pruiken en revoluties deel 1

• Frans
• Basisschool
• Groep 7,8

Bonjour!

Aujourd'hui on va se présenter 

et on va apprendre de décrire une personne en français!

Quels Français mots d’emprunt connaissez-vous ?
Welke Franse leenwoorden ken jij?

Welke andere Franse woorden ken jij?

Wat betekent 'Bonjour'?

1. Bedankt
2. Tot ziens
3. Goedemiddag
4. Welkom

Hoe zeg je 'bedankt'?

1. Comment ça va
2. Bienvenue
3. Salut
4. Merci

Je me présente

Je m'appelle Jikke.

J'ai trente et un ans.

J'habite à Haarlem.

Welke zin gebruik je om jezelf voor te stellen?

1. Je m'appelle ..
2. J'ai .. ans
3. J'habite à ..
4. Bonjour....

Je m'appelle ...

Welke zin gebruik je om te zeggen hoe oud je bent?

1. Je m'appelle ...
2. J'ai ... ans
3. J'habite à ...
4. Bonjour .....

J'ai ... ans
Vul je leeftijd in.

Welke zin gebruik je om te zeggen waar je woont?

1. Je m'appelle ...
2. J'ai ... ans
3. J'habite à ...
4. Bonjour.....

J'habite à ...

Wat is de eerste vraag die je altijd stelt tijdens het spelletje ''wie is het'' ?

1. Heeft hij/zij blonde haren?
2. Heeft hij/zij een hoed?
3. Is het een man/vrouw?
4. Heeft hij een snor?

C'est un garçon/une fille?

un garçon = een jongen

une fille = een meisje

Il a  + ...?

les cheveux blonds/gris/roux/noir

les yeux bleus/marron/verts

une barbe/moustache

un chapeau

Als het een jongen (un garçon) is:

Elle a  + ...?

les cheveux blonds/gris/roux/noir

les yeux bleus/marron/verts

un chapeau

Als het een meisje(une fille) is:

Résumé

1. C'est un garçon/une fille?

2. Il/elle a + .....

• les cheveux blonds/gris/roux/noir
• les yeux bleus/marron/verts
• une barbe/une moustache
• un chapeau

Qui est-ce?

On va jouer !

Jikke heeft één persoon in haar hoofd.

Jullie gaan, in het Frans, op zoek naar wie deze persoon is.

Gebruik de Franse vragen en streep weg wie het NIET kan zijn.

Wie als eerste raad, wie het is, heeft gewonnen!