Basiskennis lj 1 - H2

Basiskennis lj 1 - H2
Doel: na deze les weet ik welke onderdelen van de basiskennis lj 1 ik beheers en welke ik extra aandacht moet geven.

- De onregelmatige werkwoorden: être, avoir, aller en faire (présent) 
- De werkwoorden op -er (présent en passé composé met avoir), 
- De getallen
- De kloktijden
- De kleuren 
- De dagen vd week.
Alles moet je FN en NF kennen en kunnen.

Dit is de basis die nodig is om dit jaar goed mee te kunnen komen en waar we mee verder zullen gaan.
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Basiskennis lj 1 - H2
Doel: na deze les weet ik welke onderdelen van de basiskennis lj 1 ik beheers en welke ik extra aandacht moet geven.

- De onregelmatige werkwoorden: être, avoir, aller en faire (présent) 
- De werkwoorden op -er (présent en passé composé met avoir), 
- De getallen
- De kloktijden
- De kleuren 
- De dagen vd week.
Alles moet je FN en NF kennen en kunnen.

Dit is de basis die nodig is om dit jaar goed mee te kunnen komen en waar we mee verder zullen gaan.

Slide 1 - Diapositive

Les jours de la semaine
lundi
maandag
mardi
dinsdag
mercredi
woensdag
jeudi
donderdag
vendredi
vrijdag
samedi
zaterdag
dimanche
zondag

Slide 2 - Diapositive

dimanche
A
donderdag
B
vrijdag
C
zaterdag
D
zondag

Slide 3 - Quiz

vendredi
A
woensdag
B
donderdag
C
vrijdag
D
zaterdag

Slide 4 - Quiz

jeudi
A
dinsdag
B
woensdag
C
donderdag
D
vrijdag

Slide 5 - Quiz

samedi
A
vrijdag
B
zaterdag
C
zondag
D
maandag

Slide 6 - Quiz

Maandag

Slide 7 - Question ouverte

Dinsdag

Slide 8 - Question ouverte

Woensdag

Slide 9 - Question ouverte

les couleurs

Slide 10 - Diapositive

De kleuren komen ACHTER het woord waar ze bij horen

C'est un truc bleu
(Het is een blauw ding)

Slide 11 - Diapositive

Combinez les couleurs
Combinez les couleurs
jaune
bleu
noir
gris
rouge
vert
blanc
orange
rose
brun /
marron
violet

Slide 12 - Question de remorquage

Quelle couleur est-ce que tu vois?
vergeet le/la/l'/les niet

Slide 13 - Question ouverte

Tu as les yeux de quelle couleur ?(Welke kleur ogen heb je?)

Slide 14 - Question ouverte

Les bananes ont quelle couleur?

Slide 15 - Question ouverte

De kloktijden

Slide 16 - Diapositive

Quelle heure est-il?
Il est quelle heure? 

= hoe laat is het? 

Slide 17 - Diapositive

Volle uren

il est deux heures


il est une heure
il est deux heures
il est trois heures
il est quatre heures etc. 

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

kwart over
il est deux heures
et quart

il est une heure et quart
il est deux heures et quart
il est trois heures et quart....
il est midi/minuit et quart


Slide 20 - Diapositive

 half
il est deux heures  et demie
(half drie maar denk aan de digitale klok
2 uur dertig) 

il est trois heures et demie
il est quatre heures et demie
il est midi/minuit et demi

Slide 21 - Diapositive

kwart voor 
il est deux heures  moins le quart
(het is kwart voor twee)


il est trois heures moins le quart
il est quatre heures moins le quart..



Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Quelle heure est-il?

Slide 24 - Question ouverte

Quelles heure est-il?

Slide 25 - Question ouverte

Quelle heure est-il?

Slide 26 - Question ouverte

Quelle heure est-il?

16:07

Slide 27 - Question ouverte

Quelle heure est-il?

12:00

Slide 28 - Question ouverte

Je
Tu
Il/elle/on
Nous
Vous
Ils/elles
'aime
aimez
aimes
aiment
aime
aimons
aimer

Slide 29 - Question de remorquage

Combinez les chiffres
timer
1:00
dix-sept
vingt
quatorze
seize
onze
dix-neuf
quinze
dix-huit
douze
treize
11
12
13
15
14
16
17
18
19
20

Slide 30 - Question de remorquage


seize
A
6
B
16
C
60
D
66

Slide 31 - Quiz


quatorze
A
40
B
4
C
14
D
44

Slide 32 - Quiz

Welke drie cijfers zijn correct:
cinquante / quatorze / treize
A
50 / 14 / 13
B
15 / 40 / 30
C
50 / 40 / 13
D
15 / 14 / 3

Slide 33 - Quiz

13 / 30 / 14
50 / 60 / 19
vingt-quatre / dix-sept / trois
soixante-dix / sept / dix-huit
seize / six / vingt
cinquante / soixante / dix-neuf
treize / trente / quatorze
24 / 17 / 3
70 / 7 / 18
16 / 6 / 20

Slide 34 - Question de remorquage


soixante-quatorze

A
64
B
74
C
14
D
60

Slide 35 - Quiz


vingt-quatre
A
14
B
40
C
24
D
20

Slide 36 - Quiz


quatre-vingts

A
14
B
40
C
24
D
80

Slide 37 - Quiz

Sleep en klik op controleren.
Niet goed? klik op het reset-pijltje en doe het nogmaals.
30
40
cinquante
soixante
quatorze
quinze
seize
treize
quarante
trente
50
60
16
13
15
14

Slide 38 - Question de remorquage

Schrijf in het Frans het getal 8

Slide 39 - Question ouverte

Schrijf in het Frans het getal 33

Slide 40 - Question ouverte

Schrijf in het Frans het getal 92

Slide 41 - Question ouverte

Ik weet welke onderdelen ik beheers en aan welke ik nog aandacht moet besteden.
Ja
Nee

Slide 42 - Sondage