Les 5. 3.5 X-chromosomale kruisingen + stambomen

Welkom
Tas van tafel
Boeken + notitiespullen pakken
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Tas van tafel
Boeken + notitiespullen pakken

Slide 1 - Diapositive

De kinderen van een man met bloedgroep B en een vrouw met bloedgroep A kunnen de
volgende bloedgroepen hebben:
A
Alleen A
B
Alleen AB
C
Alleen A, B en AB
D
Zowel A, B, AB als O

Slide 2 - Quiz

Hoe kun je bij een stamboom bepalen of een allel dominant of recessief is?

Slide 3 - Question ouverte

Leerdoelen deze les


Je leert hoe aandoeningen en ziektes overerven 

Je leert hoe je stambomen kunt aflezen en interpreteren


Slide 4 - Diapositive

Monogene erfelijke aandoeningen
- Mono = één

Ziektes die op één gen staan.

Één gen - twee allelen 
Gezond allel (geen afwijking)
Allel met ziekte (allel met afwijking)


Slide 5 - Diapositive

Monogene recessieve overerving
PKU is recessief allel

Heterozygote is slechts drager



Slide 6 - Diapositive

Taaislijmziekte wordt veroorzaakt door slechts één gen. Een moeder met taaislijmziekte krijgt een kind met een man die slechts drager is. Wat is de kans dat het kind ook taaislijmziekte heeft? (T1)
A
0%
B
25%
C
50%
D
100%

Slide 7 - Quiz

Monogene dominante overerving
Darmkanker & alzheimer wordt veroorzaakt door dominante allelen


Ook borstkanker wordt zo overgeërfd (vrouwen met dit gen hebben 60-80% meer kans op borstkanker)


Slide 8 - Diapositive

In stilte voor jezelf. Welke getallen zie je?

Slide 9 - Diapositive

In stilte voor jezelf. Welke getallen zie je?







We zien de getallen 10, 74, 8 & 5. Mensen die dit niet kunnen lezen hebben last van rood-groen kleurenblindheid. Bij 1 op de 12 mannenkomt dit voor. Bij 1 op de 250 vrouwen komt dit voor.
Wat is hier aan de hand?

Slide 10 - Diapositive

Geslachtsgebonden recessieve overerving
Man = XY
Vrouw = XX

Notatie hetzelfde als bij intermediaire allelen



Wat gebeurt er als een aandoening op het x-chromosoom ligt bij een vrouw? En bij een man?

Slide 11 - Diapositive

Krijgt een jongen het X-chromosoom van zijn vader of moeder?
En van wie heeft hij het Y-chromosoom gekregen?
A
Het X-chromosoom kan alleen van zijn moeder komen; het Y-chromosoom alleen van zijn vader.
B
Het X-chromosoom kan alleen van zijn vader komen; het Y-chromosoom alleen van zijn moeder.
C
Het X-chromosoom kan zowel van zijn vader als moeder komen; het Y-chromosoom alleen van zijn vader.
D
Het X-chromosoom kan zowel van zijn vader als moeder komen; het Y-chromosoom alleen van zijn moeder.

Slide 12 - Quiz

Autosomaal vs X-chromosomaal
Autosomale kruisingen zijn de normale kruisingen. Zowel vader als moeder heeft twee allelen van een bepaald gen. Deze noteer je met B of b. Ook intermediair en bloedgroepen vallen onder autosomaal 

X-Chromosomale kruisingen zijn geslachtsgebonden kruisingen. Moeder heeft standaard twee allelen (want 2 keer x-chromosoom. Vader heeft standaard één allel (want 1 keer x-chromosoom). Het Y-chromosoom telt niet mee en wordt genoteerd als Y-

Slide 13 - Diapositive

X-chromosomale kruising
X^A : normale ogen
X^a : kleurenblind
Y- : geen gen voor de ogen aanwezig

Een vrouw die drager is wordt zwanger van een man met normale ogen. Het wordt een twee-eiige tweeling, een jongen en een meisje. Hoe groot is de kans dat de dochter kleurenblind wordt? Hoe groot de kans op een kleurenblinde zoon?

1: bepaal genotype van ouders
2: bepaal per ouder mogelijke genotypen van geslachtscellen
3: kruisingsschema, bepaal mogelijke genotypen van het kind, bereken de kans op elk genotype
4: bepaal welke genotypen leiden tot een zoon, welke tot een dochter
5: bepaal per geslacht de kans op elk fenotype



Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Is uit de stamboom af te leiden of dit allel autosomaal of X-chromosomaal overerft?
A
Ja, de ziekte erft autosomaal over.
B
Ja, de ziekte erft X-chromosomaal over.
C
C. Nee, dit is niet hieruit op te maken.

Slide 16 - Quiz

X-chromosomaal of autosomaal?
De meeste kruisingen zijn autosomaal. X-chromosomaal wordt vaak benoemd in de tekst of er wordt naar gevraagd.

Onthoud:
Dominante vaders krijgen dominante dochters
Recessieve moeders krijgen recessieve zonen

Kloppen deze regels? Dan heb je bewezen dat x-chromosomaal mogelijk is. Je hebt echter nog niet uitgesloten of autosomaal ook kan. Zie de volgende opdracht

Slide 17 - Diapositive

Welke stamboom klopt als het gaat over een x-chromosomale overerving?

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Diapositive

schildpadpoes
zwarte poes

Slide 20 - Diapositive

Bij katten wordt de vachtkleur onder andere bepaald door een X-chromosomaal gen met een allel voor rode vacht en een allel voor zwarte vacht. Poezen kunnen een rode vacht hebben, een schildpadvacht of een zwarte vacht. Schildpadvacht is het intermediaire fenotype.

Een poes met een schildpadvacht paart met een rode kater. Bereken de kans dat de eerste poes die wordt geboren een schildpadpoes is.

Slide 21 - Question ouverte

Ik snap nu X-chromosomale kruisingen
A
Ja, ik maak alleen de toetsvragen
B
Gedeeltelijk, ik maak oefen en toetsvragen
C
Nee, ik kom in KWT oefen- en toetsvragen maken
D
C + extra oefenmateriaal volgende dia

Slide 22 - Quiz