Vocabulary Engels Havo Examenbundel

Vocabulary Engels Havo Examenbundel
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Vocabulary Engels Havo Examenbundel

Slide 1 - Diapositive

Edinburgh
London
Cardiff
Belfast

Slide 2 - Question de remorquage

to yield
A
opleveren/opbrengen/ toegeven
B
verspillen
C
verslechteren
D
stemmen

Slide 3 - Quiz

willing
A
afval
B
rijkdom
C
terwijl
D
bereid

Slide 4 - Quiz

virtue
A
kwetsbaar
B
deugd/goede eigenschap
C
terwijl
D
rijkdom

Slide 5 - Quiz

vunderable
A
kwetsbaar
B
deugd/goede eigenschap
C
terwijl
D
rijkdom

Slide 6 - Quiz

Translate:
"define"
A
decennium
B
mooi
C
definiëren
D
in zekere zin

Slide 7 - Quiz

My dad needs to take a break. After all, he has been working all afternoon.

translate: 'after all'
A
vanwege
B
inderdaad
C
immers
D
tenslotte

Slide 8 - Quiz

Geef de juiste vertaling:
boeiend
A
fascinating
B
majority
C
inevitable
D
valuable

Slide 9 - Quiz

Wat is de vertaling van: toegeven
A
to admit
B
to publish
C
to broadcast
D
to justify

Slide 10 - Quiz

Translate 'milk money' into Dutch
A
geld om melk te kopen
B
geld gemaakt van melk chocolade
C
geld dat je krijgt wanneer je hebt gemolken
D
lunchgeld

Slide 11 - Quiz

In case you didn't know, I am leaving tomorrow.

translate: 'in case'
A
alsof
B
zoals
C
namelijk
D
in het geval dat

Slide 12 - Quiz

Translate to Dutch:
awareness
A
geest
B
besef
C
geweten
D
fantasie

Slide 13 - Quiz

Geef de juiste vertaling:
vruchtbaar
A
mammal
B
fertile
C
aware
D
harmful

Slide 14 - Quiz

Wat is de vertaling van: indruk
A
means
B
impression
C
statement
D
translation

Slide 15 - Quiz

vertaal: accountable
A
telbaar
B
ijverig
C
verantwoordelijk
D
praktisch

Slide 16 - Quiz

vertaal: misselijk
A
nauseous
B
morbid
C
turmoil
D
enticing

Slide 17 - Quiz

Wat is de vertaling van: vastberaden
A
determined
B
touchy
C
tolerant
D
curious

Slide 18 - Quiz

In the US, they use 'kiesmannen'
What is the correct English translation?
A
choose men
B
nominees
C
electors
D
representatives

Slide 19 - Quiz

vertaal: affiliation
A
sterfgeval
B
huisbaas
C
vijandigheid
D
verbondenheid

Slide 20 - Quiz