Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
3.1
Stadstaten
middelen van bestaan
kolonisatie
Athene
Sparta
Slide 1 - Diapositive
3.2
Bestuursvormen
Ontstaan van de democratie van Athene
Slide 2 - Diapositive
3.3:
Tempels en Orakels
Goden
Mythen, Legenden en Sagen.
culturele eenheid
filosofie / wetenschappelijk denken
Slide 3 - Diapositive
3.4:
oorzaak, gevolg, aanleiding
Grieken tegen Perzen
Grieken tegen Grieken
Alexander de Grote en Hellenisme
Slide 4 - Diapositive
3.5:
bouwkunst
beeldhouwkunst
schilderkunst
toneelstukken
soorten zuilen
Slide 5 - Diapositive
Uitleg oefentoets lessonUp
Voor elke vraag kun je punten halen.
Nadat je je antwoord hebt ingevuld kijk je je antwoord na en geef je jezelf het juiste aantal punten. (noteer dit voor jezelf)
noteer welke vragen goed gaan en welke vragen niet goed gaan.
maak aan het einde voor jezelf een overzicht van wat je nog moet leren.
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Question ouverte
Opdracht 3: T2, 4p
Slide 8 - Question ouverte
opdracht 2: (T1) (2p) Welk begrip uit het hoofdstuk past het beste bij deze afbeelding? Leg je antwoord uit.
Slide 9 - Question ouverte
Opdracht 4 : (R)(1p) Alexander de Grote veroverde een enorm Rijk. Maar na zijn dood viel dit al snel uiteen. Hoe kwam dat? Kies het juiste antwoord.
A
A. De Perzen sloegen terug. Zodra ze hoorden dat Alexander dood was, veroverden ze hun land weer terug.
B
B. De drie zoons van Alexander maakten ruzie over hoe het Rijk het beste beschermd kon worden. Ze konden het niet eens worden en daardoor viel het Rijk uiteen.
C
C. Alexander werd opgevolgd door zijn vrouw, Roxanne. Maar zij was een prinsesje dat helemaal geen verstand had van vechten. Dus vielen verschillende buurvolken het Rijk binnen en Roxanne had geen idee wat ze daar tegen kon doen.
D
D. Alexanders generaals wilden allemaal een deel van het Rijk hebben, waardoor het Rijk in stukken werd gedeeld.
Slide 10 - Quiz
Opdracht 6: (R/T1) (1p) Welke uitspraak over Griekse toneelstukken is fout?
A
De Grieken hadden twee soorten toneelstukken: de komedie en de tragedie.
B
De meeste Griekse toneelstukken gingen over mythologie of over het dagelijks leven.
C
Volgens de Grieken was een toneelstuk een vorm van vermaak. Het hoefde dus niet leerzaam te zijn.
D
Toneelstukken werden opgevoerd in een theater in de buitenlucht, dat een halfronde vorm had.
Slide 11 - Quiz
Opdracht 7: (T2) (3p) Welke begrippen horen bij de volgende rijtjes?
A. goden – verhaal – avontuur B. zelfstandig – eigen regels – Athene – Sparta C. kennis – natuurkunde – aardrijkskunde – onderzoek
Slide 12 - Question ouverte
Opdracht 8: (I) (2p) Bekijk de afbeelding, stel je voor iemand zegt: "Athene was geen echte democratie" Leg uit dat hij gelijk heeft gebruik hiervoor een voorbeeld uit de afbeelding.
Slide 13 - Question ouverte
Opdracht 9: (I) (2p) Lees de bron, bij welk soort verhaal dat je dit hoofdstuk geleerd hebt past deze bron? Leg je antwoord uit.
Slide 14 - Question ouverte
opdracht 10 (I) (2p) Bekijk de afbeelding, leg uit dat deze afbeelding niet gemaakt kan zijn in de prehistorie.
Slide 15 - Question ouverte
Opdracht 11 (T2) (2p) Bekijk de afbeelding, bij welk begrip uit het hoofdstuk past deze afbeelding het best? Leg je antwoord uit.
Slide 16 - Question ouverte
Opdracht 12 (I) (2p): lees de bron, uit welke stadstaat zal deze bron komen denk je? Leg je antwoord uit.
Slide 17 - Question ouverte
Afsluiting:
Tel je punten op.
Je kunt je cijfer op de volgende manier uitrekenen: