Test 3 - If / when

Welcome...
To English!


We will start when the timer has run out.


Checklist:
- Phone in the (phone)bag;
- Book on table;
- Join the LessonUp.
timer
3:00
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welcome...
To English!


We will start when the timer has run out.


Checklist:
- Phone in the (phone)bag;
- Book on table;
- Join the LessonUp.
timer
3:00

Slide 1 - Diapositive

Today's plan
  • Homework;

  • Planning;

  • Grammar;

  • Chapter 4 word game.

Slide 2 - Diapositive

Homework check
Homework:
p. 21,
exercise 18, 19bc

Slide 3 - Diapositive

Planning until spring break

Slide 4 - Diapositive

if or when ?
Take notes!

Slide 5 - Diapositive

If and When
  • If betekent "als". Je gebruikt if als je nog niet zeker weet of iets gaat gebeuren of om een voorwaarde aan te geven.
  • You can still catch the train if you leave right now.


  • When betekent "toen" of "wanneer". Je gebruikt when als je zeker weet dat iets gaat gebeuren.
  • I'll visit you when I'm in England next month.    

Slide 6 - Diapositive

Grammar 9: IF or WHEN






Slide 7 - Diapositive

(if/when) it rains tomorrow, we can't have a picnic.
A
If
B
When

Slide 8 - Quiz

My parents will buy me a car (if/when) I turn eighteen.
A
if
B
when

Slide 9 - Quiz

I'm going to London. I'll phone you (if/when) I get back.
A
if
B
when

Slide 10 - Quiz

We'll catch the train (if/when) we leave immediately.
A
if
B
when

Slide 11 - Quiz

Press this button ... the door doesn't open
A
if
B
when

Slide 12 - Quiz

You'll understand what I mean ___ you're older
A
if
B
when

Slide 13 - Quiz

check:
Wanneer gebruik je 'when'?
A
als je niet zeker weet of iets gaat gebeuren
B
om iets te eisen
C
om een voorwaarde te stellen
D
als je zeker weet dat iets gaat gebeuren

Slide 14 - Quiz

Check:
Wanneer gebruik je 'if'?
A
als je niet zeker weet of iets gaat gebeuren
B
om een voorwaarde aan te geven
C
als je zeker weet dat iets gaat gebeuren
D
om iets te eisen

Slide 15 - Quiz

Need more?
here

Heb je de drie opdrachten gedaan, leer dan de Theme Words van Chapter 4 (p. 50).
timer
1:00

Slide 16 - Diapositive

Gimkit.com/join

Slide 17 - Diapositive