3.4 Omgaan met verschillen

      Welkom! 
Pak je laptop en je boek blz. 116
  1. Zitten volgens plattegrond 
  2. Open lesson-up 
  3. paragraaf 3.4 (blz. 116)
timer
1:00
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

      Welkom! 
Pak je laptop en je boek blz. 116
  1. Zitten volgens plattegrond 
  2. Open lesson-up 
  3. paragraaf 3.4 (blz. 116)
timer
1:00

Slide 1 - Diapositive

       Paragraaf 3.4 
0 -    5   Telefoon weg, boeken pakken
5 -   15  Terugblik vorige lessen
15 - 50  Maken opdrachten in het boek
50 - 55  Afsluiting

Aan het eind van de les:

timer
1:00

Slide 2 - Diapositive

      Aan het eind van de les
• weet je dat bepaalde symbolen, helden en rituelen kenmerkend zijn
voor een cultuur;
• kun je voorbeelden geven van waarden en normen en kun je uitleggen
wat met respect bedoeld wordt;
• kun je voorbeelden geven van feiten en meningen en kun je een
standpunt onderbouwen met argumenten;
• kun je voorbeelden geven van vooroordelen en herken je eigen
vooroordelen.

Slide 3 - Diapositive

      Aan het werk

  1. Beginnen aan 3.4
(opdracht 2, 3, 6, 7, 11, 14)
Klaar? De andere opdrachten maken
timer
15:00

Slide 4 - Diapositive

Cultuur?

Slide 5 - Carte mentale

Wat is cultuur?
A
Dat zijn je waarden en normen
B
Dat zijn je gewoonten en tradities
C
Dat is hoe je over mensen denkt
D
Dat zijn waarden, normen, gewoonten en tradities

Slide 6 - Quiz

Sla open blz. 116

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Cultuur
  • taal 
  • geloof 
  • gewoontes 
  • gebruiksvoorwerpen

Je kunt ook twee culturen hebben 

Slide 9 - Diapositive

Eten...
Nederlandse cultuur 
Turkse cultuur 
Indonesische cultuur 
Surinaamse cultuur 
Japanse cultuur 
Engelse cultuur 

Slide 10 - Question de remorquage

Lezen blz. 117

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Welk symbool hoort bij welk geloof?
timer
1:00
Christendom
Islam
Jodendom
Hindoeïsme
Boeddhisme

Slide 16 - Question de remorquage

Symbolen
Helden
Rituelen

Slide 17 - Question de remorquage

      Aan het werk

  1. Beginnen aan 3.4
(opdracht 2, 3, 6, 7, 11, 14)
Klaar? De andere opdrachten maken
timer
15:00

Slide 18 - Diapositive

timer
15:00
Lezen blz. 118

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Normen en waarden zijn cultuurkenmerken. Wat zijn normen?
A
Gedragsregels.
B
Opvattingen over wat belangrijk is.
C
Straffen.
D
Beloningen.

Slide 23 - Quiz

Normen en waarden zijn cultuurkenmerken. Wat zijn waarden?
A
Gedragsregels.
B
Opvattingen over wat belangrijk is.
C
Straffen.
D
Beloningen.

Slide 24 - Quiz

Normen en waarden
Waarde: Respect
Norm: In een gesprek laat je elkaar uitpraten.
Norm: Je pest niet.
Norm: Je spreekt docenten met “u” aan.
Norm: Je scheld iemand die anders is niet uit

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Welke norm zou bij dit filmpje horen

Slide 27 - Question ouverte

Normen en waarden
Waarde: Behulpzaamheid.
Norm: Je helpt klasgenoten als ze iets niet snappen

Waarde: Veiligheid
Norm: Niet rennen in de gang of nep schoppen/slaan

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

Welke norm hoort hierbij?

Slide 30 - Question ouverte

Slide 31 - Diapositive

Norm of waarde?:
Open staan voor de mening van anderen.
A
Norm
B
Waarde

Slide 32 - Quiz

Norm of waarde?:
Iemand laten uitpraten voordat je reageert.
A
Norm
B
Waarde

Slide 33 - Quiz

Norm of waarde?:
Vrijheid
A
Norm
B
Waarde

Slide 34 - Quiz

Norm of waarde?
Je afval in de prullenbak gooien.
A
Norm
B
Waarde

Slide 35 - Quiz

Welke normen en waarden passen bij elkaar?
Eerst mensen laten uitstappen bij de bus of trein
Hand voor je mond houden als je hoest
Helm opzetten als je op je scooter rijdt
Het zeggen als je te veel geld terugkrijgt bij de kassa
Veiligheid
Rekening houden met anderen
Geduld
Eerlijkheid

Slide 36 - Question de remorquage

Norm of waarde?
Iemand aankijken wanneer je tegen die gene praat
A
Norm
B
Waarde

Slide 37 - Quiz

Norm of waarde?
Vriendelijkheid
A
Norm
B
Waarde

Slide 38 - Quiz

Zet bij het juiste vak (normen of waarden)
norm
waarde
eerlijkheid
Je zegt U tegen een ouder iemand
Iemand laten uitpraten
vriendschap

Slide 39 - Question de remorquage

      Aan het werk
Daarin moet het volgende terugkomen:
- De taal
- Geloof
- Eten / drinken
- Rituelen
- Feesten
- Gebruiken
- Symbolen
- Kenmerken
- Normen en waarden (wat je belangrijk vindt)

timer
15:00

Slide 40 - Diapositive

      Aan het werk
  1. maken 3.3 blz. 108
(opdracht 2, 4, 6, 7, 10, 11, 12, 15) 
  1. maken 3.4 blz. 116
(opdracht 2, 3, 6, 7, 11,14)
Klaar? De andere opdrachten maken
timer
15:00

Slide 41 - Diapositive

Maak een PowerPoint of poster
Met plaatjes en tekst laat je zien:
- De taal
- Geloof
- Eten / drinken
- Rituelen
- Feesten

 

- Gebruiken 
- Symbolen 
- Kenmerken
- Normen en waarden (wat je belangrijk vindt)

Slide 42 - Diapositive