2.4 Krachten in het heelal (les 7)

Krachten in het heelal
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Krachten in het heelal

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Aangeven dat planeten in een ellipsvormige baan bewegen en dit tekenen.
Tekenen welke krachten op een ronddraaiende planeet werken.
Het verschil tussen massa, gewicht en zwaartekracht uitleggen en hieraan rekenen.
Gewichtsloosheid verklaren

Slide 2 - Diapositive

De beweging van planeten
Bij een draaiend voorwerp
is er middelpuntzoekende kracht die het voorwerp laat afbuigen. Hier is het de zwaartekracht.

De middelpuntzoekende kracht 

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Hier is de middelpuntzoekende kracht de spierkracht.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Ellips
Ziet eruit als een afgeplatte cirkel.

Slide 7 - Diapositive

Gewichtloosheid
Als je een sprong maakt 
is je lichaam even in vrije val. 
Omdat je lichaam nergens 
op steunt, ben je even gewichtloos.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Diapositive

Belang lesdoelen
Meer begrip van alles wat ronddraait en wat gebeurt op en om planeten.

Slide 12 - Diapositive

Controlevragen
1 Noteer het symbool en de eenheid erachter van :
massa
gewicht
zwaartekracht

Slide 13 - Diapositive

controlevragen
2aBereken het gewicht van een liggend zakje chips van 50 g.

2b Hoe groot is de massa ?

2c Hoe groot is de zwaartekracht ?

2d Hoe kun je het zakje gewichtsloos maken ?

Slide 14 - Diapositive

controlevraag

Slide 15 - Diapositive

controlevraag
Op een tafel staat een vaas van 5 kg. Teken alle krachten met een krachtenschaal van 1 cm komt overeen met 25 N.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Controlevraag
De massa van Neil Armstrong is  70 kg (met maanpak is 100 kg)
a) Hoe groot is zijn totale massa ?
b) Hoe groot is de zwaartekracht op hem op de maan ?
c) Wat gebeurt er tijdens het huppelen:
- met zijn massa ?
- met zijn gewicht ?
- met de zwaartekracht ?

Slide 18 - Diapositive