Einde op -e of -en?

Einde op -e of -en?
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Einde op -e of -en?

Slide 1 - Diapositive

Al enkele(n) weken staan de krokussen in bloei
A
Enkele
B
Enkelen

Slide 2 - Quiz

Koos en Ine zijn te laat. Beide(n) hebben zich verslapen
A
Beide
B
Beiden

Slide 3 - Quiz

De computer en de printer zijn nieuw. Beide(n) worden vandaag aangesloten
A
Beide
B
Beiden

Slide 4 - Quiz

Ik heb vandaag iedereen gesproken. Sommige(n) vinden mijn voorstel niet goed.
A
Sommige
B
Sommigen

Slide 5 - Quiz

Sommige leerlingen waren op tijd, andere(n) kwamen te laat
A
andere
B
anderen

Slide 6 - Quiz

Toen sommige(n) klasgenoten enkele(n) minuten te laat waren
A
sommige, enkele
B
sommigen, enkelen
C
sommige, enkelen
D
sommigen, enkele

Slide 7 - Quiz

Slechts weinige(n) haalden de eindstreep van de zware tocht.
A
weinige
B
weinigen

Slide 8 - Quiz

De meeste(n) studenten komen op tijd, maar sommige(n) helaas niet
A
meeste, somige
B
meeste, sommigen
C
meesten, sommige
D
meeste, sommige

Slide 9 - Quiz

De meeste(n) oudere(n) weten wat instagram inhoudt.
A
meeste, oudere
B
meeste, ouderen
C
meesten, oudere
D
meesten, ouderen

Slide 10 - Quiz

Toen beide(n) auto's uit de bocht vlogen, raakten beide(n) bestuurders in paniek
A
beide, beide
B
beide, beiden
C
beiden, beide
D
beiden, beiden

Slide 11 - Quiz