Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Deze les: 5.2 Snelheid
Leerdoel: Ik kan eenheden van snelheid omrekenen.
KB: Bladzijde 156
GL: Bladzijde 148
Slide 1 - Diapositive
Omrekenen snelheid
Van m/s naar km/u
Slide 2 - Diapositive
Omrekenen snelheid
Van km/u naar m/s
Slide 3 - Diapositive
Omrekenen snelheid
Van km/u naar m/s = snelheid x 1000 : 60 : 60 km/u : 3,6 = m/s
Van m/s naar km/u = snelheid : 1000 x 60 x 60 m/s x 3,6 = km/u
Wandelen is 5 km/u, wandelen is 1,4 m/s
Slide 4 - Diapositive
Snelheid is een
A
Grootheid
B
eenheid
Slide 5 - Quiz
Wat is GEEN eenheid van snelheid?
A
Turbo
B
Knopen
C
km/u
D
m/u
Slide 6 - Quiz
Sven fietst 50 km in 2,5 uur, wat is haar snelheid?
A
50 km/u
B
10 km/u
C
20 km/u
D
25 km/u
Slide 7 - Quiz
Fenne koopt een jaguar, deze haalt een topsnelheid van 240 km/u. Zij maakt een tocht van 360 km en vertrekt om 11:30, hoe laat komt zij dan op z'n vroegst aan?