2V - Chapitre 5 - C

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Aujourd'hui

Phrases-Clés C

On répète la négation

Le but:

je kunt vertellen dat je ziek bent en waar je last van hebt

Even kort herhalen

Voca bron B

Je vais chez le docteur

Hij is ziek

Welke hoort er niet bij?

1. l'oreille
2. la gorge
3. le médicament
4. la main

Ik ben moe

Dans ma chambre, il y a un lit

Le corps

La tête

La main

Le bras

La jambe

le pied

Le visage

Le ventre

Parler

phrases-clés.

Les questions:

Ça va?

Qu'est-ce que tu as?

Tu vas voir le docteur?

Phrases-clés.

Les réponses:

Tu vas voir le docteur?

Oui, j'ai rendez-vous cet après-midi.

Non, je reste au lit.

A

Qu'est-ce que tu as?

Tu vas voir le docteur

B

J'ai mal à la tête

J'ai 39 de fièvre

J'ai le bras cassé.

Oui, j'ai rendez-vous demain

Non, je reste au lit

phrases-clés.

Les réponses:

Ça va?

Non,  je pense que je suis malade.

Non , j'ai eu un accident.

phrases-clés.

On fait 13 ensemble.

Après tu fais en duo exercice 14.

Finalement on va écouter 15b (opvulwoorden)

Je leert de zinnen van bron C.

Jean Petit

1) Welke delen van het lichaam hoor je in het lied? Franse en Nederlandse naam noemen.

2) Hoe vaak hoor je het woord

"doigt"?

La négation

Ontkenning (herhaling)

In het Nederlands: niet / geen

Ontkenning (herhaling)

In het Frans bestaat de ontkenning uit twee woorden:

ne / n' & pas

Ontkenning (herhaling)

In het Frans bestaat de ontkenning uit twee woorden:

ne / n' & pas

Ne staat vóór de persoonsvorm & pas komt erachter 

Je ne regarde pas la télé

Let op: ne verandert in n' voor een klinker / h

Andere ontkenningen

ne ... plus                   = niet meer

ne ... jamais              = nooit

ne ... rien                    = niets 

ne ... pas encore     = nog niet

Deze gaan op precies dezelfde manier als ne ... pas

Ontkenning (herhaling)

C'est wordt ce n'est pas

il y a wordt il n'y a pas

Nakijken B

Nakijken t/m ex. 12

Phrases-Clés