2KM H3+4 lezen herhalen L1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom! 

Ga naar je plek, pak je spullen en maak de startopdracht 

• Lesboek en leesboek, schrift, pen
• Maak opdracht 2 op blz. 168 van je boek (5 minuten)

Welkom! 

Ga naar je plek, pak je spullen en maak de startopdracht 

• Lesboek en leesboek, schrift, pen
• Maak opdracht 2 op blz. 168 van je boek (5 minuten)

Welkom! 

Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.

• Lesboek
• Leesboek
• Pen
• Schrift

Welkom! 

Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.

•  Lesboek Nieuw Nederlands
• Schrift of collegeblok
• Pen

Wat gaan we doen?

• Lesdoelen
• Mededelingen 
• Herhalen lezen H3 + 4
• Zelfstandig werken: signaalwoorden en deelonderwerpen.
• Huiswerk
• Opdrachten bespreken
• Evaluatie les

Mededelingen

Wat moet ik weten?

Lesdoelen

• Ik weet wat signaalwoorden zijn.
• Ik kan opsommingen en tegenstellingen herkennen aan de hand van signaalwoorden.
• Ik weet het verschil tussen feiten, meningen en argumenten.
• Ik kan meningen herkennen en begrijpen. 
• Ik weet wat deelonderwerpen zijn. 

Toets lezen H3 +4

25 januari

Lezen in stilte

Signaalwoorden (blz. 65)

• Een opsomming of tegenstelling kan je met signaalwoorden herkennen.
  

Signaalwoorden opsomming

• Eerst 
• Vervolgens
• Daarna
• Ten slotte

Signaalwoorden tegenstelling

• Maar
  
• Echter

Feiten en meningen

• Een feit kun je controleren.
• Een mening is wat iemand vindt. Je kunt het eens of oneens zijn. 
• Je mening kun je verdedigen en uitleggen met argumenten.

Signaalwoorden argumenten

• Want
• Omdat
• Daarom
• Namelijk 

Hoe vind je het onderwerp van een tekst?

Geef dan antwoord op de vraag: 

Hoe vind je het onderwerp van een tekst?

Geef dan antwoord op de vraag: 

Waar gaat deze tekst over?

Wat is een deelonderwerp?

In een tekst kunnen verschillende dingen over een onderwerp gezegd worden.
Deze verschillende delen van het onderwerp zijn deelonderwerpen.
Meestal wordt er in één alinea één deelonderwerp behandeld.

Alinea's

Elke alinea gaat over een deel van het onderwerp.

De belangrijkste informatie staat vaak in de eerste zin van de alinea. 

Hoe vind je een deelonderwerp?

Als je heel snel wil weten wat deelonderwerpen in een tekst zijn, dan lees je de tekst globaal. 

Bij globaal lezen, lees je alleen de eerste en de laatste zin van elke alinea.

Je kunt vaak ook gebruik maken van tussenkopjes.

'Ten slotte' is een signaalwoord voor een...

1. Opsomming
2. Tegenstelling
3. Argument

'Eerst' is een signaalwoord voor een...

1. Opsomming
2. Tegenstelling
3. Argument

'Maar' is een signaalwoord voor een...

1. Opsomming
2. Tegenstelling
3. Argument

'Namelijk' is een signaalwoord voor een...

1. Opsomming
2. Tegenstelling
3. Argument

'Omdat' is een signaalwoord voor een...

1. Opsomming
2. Tegenstelling
3. Argument

'Daarna' is een signaalwoord voor een...

1. Opsomming
2. Tegenstelling
3. Argument

'Echter' is een signaalwoord voor een...

1. Opsomming
2. Tegenstelling
3. Argument

'Want' is een signaalwoord voor een...

1. Opsomming
2. Tegenstelling
3. Argument

School

Voetbal

Corona

Zelfstandig werken

Maak:
- opdracht 5 en  6 vanaf bladzijde 93.

- kijk de opdrachten na vanaf blz. 53

- de oefenopdracht signaalwoorden en deelonderwerpen op LessonUp.  

Klaar?
Leer voor de toets, lees in je leesboek of oefen in Numo.

Rustig samenwerken

Maak:
- opdracht 5 en  6 vanaf bladzijde 93.

- kijk de opdrachten na vanaf blz. 53

- de oefenopdracht signaalwoorden en deelonderwerpen op LessonUp.  

Klaar?
Leer voor de toets, lees in je leesboek of oefen in Numo.

Huiswerk

Datum:
maandag 23 januari

Maken:

Maak opdracht 5 en 6 vanaf bladzijde 93.

Huiswerk

woensdag 25 januari
Leren:

Theorie blz. 64 en 90 --> leer alle signaalwoorden uit je hoofd!

Lesdoelen

• Ik weet wat signaalwoorden zijn.
• Ik kan opsommingen en tegenstellingen herkennen aan de hand van signaalwoorden.
• Ik weet het verschil tussen feiten, meningen en argumenten.
• Ik kan meningen herkennen en begrijpen. 
• Ik weet wat deelonderwerpen zijn.

Evaluatie

• Wat heb je geleerd deze les?
• Wat ging er goed?
• Wat kan beter?

Tot de volgende les!