,

A2 5.9 - Grammatica - Samengestelde zinnen - les 2

N E D E R L A N D S
Welkom VWO2!
Voorbereiding les:
- Materiaal op tafel
- Zitten volgens plattegrond
- Inloggen LessonUp
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

N E D E R L A N D S
Welkom VWO2!
Voorbereiding les:
- Materiaal op tafel
- Zitten volgens plattegrond
- Inloggen LessonUp

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning

Uitleg werkwoordspelling 

Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
P L A N N I N G
Cursus 5 - Grammatica
1. Cursus 5. Par. 9 
Samengestelde zinnen (blz. 222)
2. Instructie
3. Opdracht
4. Zelfstandig werken
5. Afsluiten

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Grammatica

Het verschil tussen enkelvoudige en samengestelde zinnen herkennen. Verschil tussen hoofd- en bijzinnen herkennen.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Zie blz. 222

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions



Flevoland bestond vroeger niet,
want het IJsselmeer was nog niet drooggelegd.
Noteer de persoonsvormen van de samengestelde zin:

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions



Flevoland bestond vroeger niet,
want het IJsselmeer was nog niet drooggelegd.
Noteer de onderwerpen van de samengestelde zin.

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions



Rembrandt ging in de leer bij een meester-schilder,
omdat hij goed kon tekenen.
Noteer de persoonsvormen van de samengestelde zin.

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions



Voordat de tandenborstel werd uitgevonden,
poetsten mensen hun tanden met zand, zout of gemalen krijt.
Noteer de onderwerpen van de samengestelde zin.

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions



Dinosauriërs zijn uitgestorven doordat _______.
Kies de juiste volgorde van het onderwerp en de persoonsvorm.
A
een meteoriet op de aarde viel
B
een metoriet viel op de aarde

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Lees de tekst.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak opdracht 1 en 2 in je boek.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak van de twee zinnen bij 1 een samengestelde zin. Gebruik het voegwoord dat tussen haakjes staat.

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak van de twee zinnen bij 2 een samengestelde zin. Gebruik het voegwoord dat tussen haakjes staat.

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak van de twee zinnen bij 3 een samengestelde zin. Gebruik het voegwoord dat tussen haakjes staat.

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Enkelvoudige of samengestelde zin?

'Lisa is te verdrietig om naar het feest te gaan.'
A
Enkelvoudig
B
Samengesteld

Slide 16 - Quiz

Verander tijd: 'Miranda was te verdrietig om naar het feest te gaan.'

Alleen 'is' verandert, dus 1 persoonsvorm, dus enkelvoudige zin. 
Enkelvoudige of samengestelde zin?

'Ik ben moe en ik heb geen zin om te gaan trainen.'
A
Enkelvoudig
B
Samengesteld

Slide 17 - Quiz

Verander tijd: 'Ik was moe en had geen zin om te gaan trainen'.

'Ben' en 'heb' veranderen, dus 2 persoonsvormen, dus samengestelde zin. 

Merk op dat in allebei de zinnen het onderwerp naast de persoonsvorm staat. Het zijn dus allebei hoofdzinnen. 
Hoofdzin of bijzin?

'Ik ga morgen naar de kapper.'
A
Hoofdzin
B
Bijzin

Slide 18 - Quiz

Het onderwerp (ik) staat naast de persoonsvorm (ga).
Hoofdzin of bijzin?

'... als ik mijn pianoles kan afzeggen.'
A
Hoofdzin
B
Bijzin

Slide 19 - Quiz

Het onderwerp (ik) staat niet naast de persoonsvorm (kan).


De zin bestaat uit:
'Ali heeft me uitgenodigd voor zijn feest, maar jammer genoeg kan ik niet.'

A
hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin + bijzin

Slide 20 - Quiz

De onderwerpen (Ali + ik) staan telkens naast de persoonsvormen (heeft + kan). Dit zijn dus twee hoofdzinnen.


De zin bestaat uit:
'Over twee weken begint de proefwerkweek en daarna hebben we geen les meer.'
A
hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin + bijzin

Slide 21 - Quiz

De onderwerpen (de proefwerkweek + we) staan telkens naast de persoonsvormen (begint + hebben). Dit zijn dus twee hoofdzinnen.
Maak zelf een samengestelde zin die
bestaat uit een hoofdzin en een bijzin.

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht
- Bepaal van de zinnen de persoonsvormen;
- Bepaal vervolgens of het een enkelvoudige of samengestelde zin is;
- Heb je te maken met een hoofdzin + hoofdzin of een hoofdzin + bijzin?

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ZELFSTANDIG WERKEN
Wat:
Vwo:  opdracht 1 t/m 5 (§9)
Hoe:
Met boek of in de online methode. 
Hulp:
Theorie op blz. 222
Tijd:
Tot het einde van deze les.
Klaar:
Oefen in de online methode met de trainer of maak hulpmiddelen voor jezelf (samenvatting of stappenplan)

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions