W25 - 1HM - Schrijfopdracht

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Hallo allemaal!

Week 25

Hallo leerlingen,

                          

Zoals we vanmorgen in de les hebben besproken, gaan jullie aan de slag met de schrijfopdracht voor de pitch. In deze les leg ik nog een keer uit wat de bedoeling is. 

Schrijfopdracht voor een cijfer

We gaan een pitch houden over een van de door jou in dit schooljaar gelezen drie boeken. Een pitch is eigenlijk mondeling en duurt één minuut.  In die minuut moet je je klasgenoten overtuigen dat ze ook dit boek moeten gaan lezen. Je moet hun aandacht zien te 'vangen' door enthousiast te vertellen.

Je schrijft een pitch

Je gaat vertellen over je boek. Je vertelt wat jij zo leuk vindt en waarom de anderen het echt moeten lezen. Wat maakt het verhaal zo spannend, wie zijn de personages? Omdat je nu niet je pitch mondeling in de klas kunt houden, ga je opschrijven wat je wilt vertellen.

Waarom dit boek?

Als je een personage kon zijn in het boek, wie zou je dan willen zijn en waarom?

Leg uit waarom je dit boek aanraadt om te lezen. Vond je het een spannend verhaal; hoe komt dat? Wat je opschrijft moet net zo spannend ‘klinken’ als wanneer je de pitch mondeling voor de klas zou houden.

1 minuut: ongeveer 10 zinnen

Je weet nu dus dat, wanneer je een pitch voor de klas houdt,  je dat in één minuut doet. Nu ga je dus opschrijven wat je in die minuut zou zeggen in ongeveer tien zinnen. Dat wordt dus je schrijfopdracht. Wat je hebt geschreven, type je vervolgens in een Word document. Je maakt gebruik van alle regels die je inmiddels kent over de lay-out van een tekst.

Lay-out

• Hoofdletters waar dit moet, ook bij (eigen)namen en titels
•  Interpunctie
  
•  Het juiste gebruik van de lidwoorden; bij twijfel opzoeken!
  
• Nieuwe alinea’s, dus blanco regels
  

Begin op tijd!

Wacht niet te lang met de uitwerking van deze opdracht. Kijk nog eens in je boek naar de lessen die gaan over hoofdletters en leestekens.

Gebruik bij de-woorden  deze en die en bij het-woorden  dit en dat. Zoek het juiste lidwoord op als je het niet weet. Denk aan een goede slotzin.

Kijk je eigen werk goed na voordat je het naar mij stuurt. 

Waar denk jij aan bij SPELLING?

Wat is juist?

1. Mijn zoon vind spelling niet moeilijk
2. Mijn dochter vind spelling leuk
3. Ik vind spelling makkelijk
4. Wat vindt jij van spelling?

Wanneer gebruik je hoofdletters?

Welke leestekens ken je?

Benoem de lidwoorden:

De jongste dochter was op vakantie met het vliegtuig.

1. 1 lidwoord
2. 2 lidwoorden
3. 3 lidwoorden
4. 4 lidwoorden

Kies de juiste spelling.

1. ideeën
2. ideën

Wat hebben we nu
allemaal behandeld van spelling?

Huiswerk

Jullie krijgen geen ander huiswerk dan deze schrijfopdracht. Beantwoord wel eerst de vragen in de dia's hierboven en begin dan pas aan de opdracht voor de pitch. Dat maakt het wat makkelijker voor je bij het schrijven van goede zinnen. Het is belangrijk dat je het boek wel uit hebt gelezen! Bij vragen kun je gerust contact met me opnemen. 

                                                                                Succes!

Let op !!

Maandag 22 juni heb ik de schrijfopdracht van iedereen ontvangen, in een Word document via de e-mail in Magister. Dan ga ik becijferen.  

                Geen opdracht betekent een 1 !