Engels unit 3

Welke is goed?
A
I am playing football
B
I is playing football
1 / 10
suivant
Slide 1: Quiz
EngelsBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 10 min

Éléments de cette leçon

Welke is goed?
A
I am playing football
B
I is playing football

Slide 1 - Quiz

Wat betekend important?
A
Populair
B
Beroemd
C
Belangrijk
D
Onthouden

Slide 2 - Quiz

Welke is goed?
A
He play
B
He plays

Slide 3 - Quiz

Wat betekend 'to get cross'?
A
Oversteken
B
Boos worden
C
Doen alsof
D
Druk

Slide 4 - Quiz

Hoe schrijf je 'volleybal' in het Engels?

Slide 5 - Question ouverte

Wat is een recorder?
A
Een opname
B
Een keyboard
C
Een blokfluit
D
Een camera

Slide 6 - Quiz

Hoe schrijf je 'hockey' in het Engels?

Slide 7 - Question ouverte

Hoe schrijf je 'beroemd' in het Engels?

Slide 8 - Question ouverte

Wat betekend 'to play chess' in het Nederlands?

Slide 9 - Question ouverte

Wat is een 'bonfire'?
A
vreugdevuur
B
kampvuur
C
buiten vuur
D
in de brand steken

Slide 10 - Quiz