LJ3 SKO Licht: les 3 Spiegels Vlak, Hol en Bol 11102020

Leerdoelen Les 3 Spiegelen
  • Je kunt uitleggen dat een spiegelbeeld op één belangrijk punt verschilt van de wereld voor de spiegel.
  • Je kunt de spiegelwet uitleggen met behulp van een tekening.
  • Je kunt schematisch tekenen hoe een lichtstraal door een spiegel teruggekaatst wordt.
  • Je kunt met de spiegelwet verklaren hoe spiegelbeelden ontstaan.
  • Je kunt uitleggen waarom je in een bolle spiegeld de dingen verkleind ziet. 
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
ScienceMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Leerdoelen Les 3 Spiegelen
  • Je kunt uitleggen dat een spiegelbeeld op één belangrijk punt verschilt van de wereld voor de spiegel.
  • Je kunt de spiegelwet uitleggen met behulp van een tekening.
  • Je kunt schematisch tekenen hoe een lichtstraal door een spiegel teruggekaatst wordt.
  • Je kunt met de spiegelwet verklaren hoe spiegelbeelden ontstaan.
  • Je kunt uitleggen waarom je in een bolle spiegeld de dingen verkleind ziet. 

Slide 1 - Diapositive

3. Hoe wordt licht teruggekaatst?

Slide 2 - Diapositive

Onderwerpen:
Terugkaatsen van licht
Spiegelen
Spiegelbeeld
Dode hoek

Slide 3 - Diapositive

Spiegels
Je kijkt elke dag in de spiegel. Maar hoe werkt een spiegel eigenlijk? 
Gladde voorwerpen weerkaatsen de lichtstralen gespiegeld terug.
Niet gladde voorwerpen weerkaatsen de lichtstralen diffuus terug.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Gespiegeld
  • het weerspiegelde huis in een gladde waterplas
  • een gepoetste auto
  • een glasplaat
Diffuus: 
  • de stenen van de straat
  • de leerling in de klas
  • een spijkerbroek


Slide 6 - Diapositive

Noem voorbeelden waarop het licht gespiegeld wordt weerkaatst.

Slide 7 - Question ouverte

Noem voorbeelden waarop het licht diffuus wordt weerkaatst.

Slide 8 - Question ouverte

Spiegelen: terugkaatsing

                      Virtueel beeld                                                 Reëel beeld / voorwerp





                                                 Even ver achter de spiegel

Slide 9 - Diapositive

Spiegel 1 lichtstraal
Bij de spiegelwet wordt gebruik gemaakt van een spiegel om een lichtstraal terug te laten kaatsten. 

De spiegelwet zegt dat de hoek van inval gelijk is aan de hoek van terugkaatsing.


Slide 10 - Diapositive

De hoek van inval is ............ de hoek van terugkaatsing
A
groter kan
B
kleiner dan
C
gelijk aan

Slide 11 - Quiz

Spiegelbeeld:

                      Virtueel beeld                                                 Reëel beeld / voorwerp





                                                 Even ver achter de spiegel

Slide 12 - Diapositive

Een voorbeeld van een reëel beeld is:
A
Het beeld dat je in de spiegel ziet.
B
Het beeld dat je in een waterplas ziet.
C
De kapper die voor de haren knipt voor de spiegel.
D
De fietser die de vrachtautochauffeur ziet.

Slide 13 - Quiz

Spiegelen in een schuine lijn


Met je geodriehoek en een loodlijn (normaal).



Slide 14 - Diapositive

spiegelbeeld tekenen
Spiegel driehoek ABC in de spiegel s. 
Stap 1:
Spiegel punt A en teken 
het virtueel beeld A'.
De afstand van A tot de spiegel
is evengroot als van de 
spiegel tot A'.

Slide 15 - Diapositive

 spiegelbeeld tekenen
Stap 2:
Spiegel nu ook punt B en C.

En verbind daarna de 
punten A, B en C.

Slide 16 - Diapositive

wat is de normaal?
A
lijn die evenwijdig loopt aan de spiegel
B
lijn die loodrecht op de spiegel staat
C
lijn die loopt van de lamp tot je oog
D
is altijd een doorgetrokken lijn

Slide 17 - Quiz

De spiegelwet lichtstralen en spiegelbeeld

Bekijk het filmpje in de volgende slide.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Samenvattend spiegelbeeld tekenen:

Slide 20 - Diapositive

Tekenen met spiegels: de termen
  • voorwerp voor de spiegel = reëel beeld
  • beeld achter de spiegel = virtueel beeld
  • afstand van voorwerp voor de spiegel = voorwerpsafstand
  • afstand virtueel beeld achter de spiegel = beeldafstand

Slide 21 - Diapositive

Eén lichtstraal spiegelen:
De hoek van inval is gelijk aan de hoek van terugkaatsing. Gebruik de gradenboog van de geodriehoek.
OF
Spiegel het lichtpunt en laat deze kruisen met de lichtstraal voor de spiegel. De lichtstraal achter de spiegel moet je stippelen.

Slide 22 - Diapositive

Regels:  tekenen van een spiegelbeeld
  • Altijd de middelste streep van geodriehoek (de 0) op de spiegel leggen.
  • Als het voorwerp niet voor de spiegel staat, de spiegel denkbeeldig verlengen.
  • voorwerpsafstand en beeldafstand zijn evengroot
  • lichtstralen voor de spiegel : doorgetrokken pijlen
  • lichtstralen achter de spiegel:  onderbroken pijlen ------>

Slide 23 - Diapositive

Overhoor jezelf
Diffuse weerkaatsing
Lichtstralen worden alle kanten op gereflecteerd.
Spiegelende weerkaatsing
Lichtstrallen worden in 1 richting gereflecteerd. Net zoals een biljartbal. De hoek van inval is de hoek van terugkaatsing.
Spiegelbeeld
Het spiegelbeeld is virtueel. Het staat net zo ver achter de vlakke spiegel als dat het voorwerp ervoor staat.
De normaal
Hulplijn loodrecht op de spiegel. Handig om spiegelbeeld, hoek van inval en hoek van terugkaatsing te tekenen.
Hoek van inval
De hoek tussen de invallende lichtstraal en de normaal
Hoek van terugkaatsing
De hoek tussen de terugkaatsende lichtstraal en de normaal
Overhoor jezelf

Slide 24 - Diapositive

Extra uitleg lichtstraal spiegelen
Bekijk het volgende filmpje om een spiegelbeeld van een voorwerp te tekenen.

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Maak in je werkboek:
Tekenopdrachten: (WB3t, H2.3; blz 62)  7b, 8, 10, 11

Slide 27 - Diapositive

Hoe werkt een reflector?
Maak opgave 16, blz. 65 en leg in je eigen woorden uit hoe een reflector werkt.

Slide 28 - Diapositive

Gezichtsveld
Hoeveel kun je in de spiegel zien?

Slide 29 - Diapositive

Gezichtsveld van een spiegel
  • Gezichtsveld is het gebied wat je in je spiegel kunt overzien.
  • De dodehoek is het gebied dat een bestuurder ook met spiegels niet kan overzien.
  • Extra spiegels of bolle                                                                       spiegels vergroten het blikveld.

Slide 30 - Diapositive

Gezichtsveld bepalen
  • teken (een gezicht met) een oog
  • teken een spiegel (naast het gezicht en oog)
  • teken het spiegelbeeld van het oog
  • teken een lijn vanuit het spiegelbeeld langs de onderkant van de spiegel
  • teken een lijn vanuit het spiegelbeeld langs de bovenkant van de spiegel

Slide 31 - Diapositive

Maak een foto van de gemaakte opgaven: 20 en 21, blz. 65

Slide 32 - Question ouverte

Gezichtsveld via een spiegel

Slide 33 - Diapositive

Je staat voor de spiegel. Als je in de spiegel kijkt, zie je wel een stoel staan, maar je bed zie je niet.
Wat valt buiten jouw gezichtsveld?
A
de stoel
B
het bed

Slide 34 - Quiz

Toepassing/beperking
 van het blikveld

Slide 35 - Diapositive

Maak opgaven 23 t/m 25 in je werkboek. Maak een foto en plaats deze hier.

Slide 36 - Question ouverte

Terugkaatsing bij (holle en) bolle spiegels
Als je het tekenen van de teruggekaatste lichtstralen goed gedaan heb kun je zien dat:
  • een holle spiegel een convergerende werking heeft,  de lichtstralen van een evenwijdige lichtbundel worden bij terugkaatsing naar elkaar toe geknikt.
  • een bolle spiegel een divergerende werking heeft, de lichtstralen van een evenwijdige lichtbundel worden verder uit elkaar teruggekaatst.

Bekijk het plaatje op de volgende slide maar.

Slide 37 - Diapositive

Als je het tekenen van de teruggekaatste lichtstralen goed gedaan heb kun je zien dat:

  • een bolle spiegel een divergerende werking heeft, de lichtstralen van een evenwijdige lichtbundel worden verder uit elkaar teruggekaatst.

  • een holle spiegel een convergerende werking heeft,  de lichtstralen van een evenwijdige lichtbundel worden bij terugkaatsing naar elkaar toe geknikt.

Bekijk het plaatje op de volgende slide maar.

Slide 38 - Diapositive

Wat gebeurt er met de lichtstralen die evenwijdig in een bolle spiegel vallen?

Slide 39 - Question ouverte

Wat gebeurt er met de lichtstralen die evenwijdig in een holle spiegel vallen?

Slide 40 - Question ouverte