Week 14, les 1, klas 2 (Chap5, intro en A, être avoir)

1 / 22
suivant
Slide 1: Vidéo interactive avec 1 diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

1

Slide 1 - Vidéo

semaine 14, cours 1


1.Quel est le jour et la date    
2.Quel temps fait-il?    
3. Quel heure est-il?    


      

Slide 2 - Diapositive

01:16
Wat betekent 'Elle a'
A
Ik ben
B
Zij is
C
Zij heeft
D
Wij eten

Slide 3 - Quiz

  1. Début du cours
    -
    Introduction Période 4 + Guide d'étude
  2. Révision grammaire: 
    - Être & Avoir
  3.  Grandes Lignes, Chap 5
    - Introduction (ensemble)
    - Partie A

  4. Fin du cours
    - Réflection du cours
    - Blooket





 (10m)

CHAP 5 (nouveau)
 ÉCOUTER
(30m)

 (10m)

 (05m)

Slide 4 - Diapositive

Guide d'étude
  1. Regarde le planning (page 2)

  2. Remplis le cercle de réflexion (p. 6)

  3. DEVOIRS: Contrôle Chap 4: 1, 2, 3 (HW)






timer
5:00

Slide 5 - Diapositive

0

Slide 6 - Vidéo

GRAMMATICA Leerdoel
Ik weet hoe het werkwoord être (zijn) en avoir (hebben) gaat en ik kan het toepassen in een zin 

Slide 7 - Diapositive

Avoir=hebben (onreg)
(pagina 30)
j'ai = ik heb
tu as = jij hebt
il/elle/on a = hij/zij/men heeft
nous avons = wij hebben
vous avez = jullie hebben/u heeft
ils/elles ont = zij hebben

PASSÉ COMPOSÉ
J'ai eu = ik heb gehad

Slide 8 - Diapositive

Être = zijn (onreg)
(pagina 30)
je suis = ik ben
tu es = jij bent
il/elle/on est = hij/zij/men is
nous sommes = wij zijn
vous êtes = jullie zijn, u bent
ils/elles sont = zij zijn

PASSÉ COMPOSÉ
j'ai été =
ik ben geweest

Slide 9 - Diapositive

                   être           avoir        

je (j')
tu
il/elle/on

nous
vous
ils/elles
timer
1:00
suis
avons
sont
a
sommes
avez
ont
es
êtes
as
est
ai

Slide 10 - Question de remorquage

Let op!
Het is / dit is / dat is = c'est
Het zijn / dit zijn / dat zijn = ce sont

Slide 11 - Diapositive

Hoe zeg je:
ik heb
timer
0:20

Slide 12 - Question ouverte

Hoe zeg je:
hij is
timer
0:20

Slide 13 - Question ouverte

Hoe zeg je:
jullie zijn
timer
0:20

Slide 14 - Question ouverte

Hoe zeg je:
het is
timer
0:20

Slide 15 - Question ouverte

Hoe zeg je:
ik heb gehad
timer
0:20

Slide 16 - Question ouverte

Hoe zeg je:
jij bent geweest
timer
0:20

Slide 17 - Question ouverte

Hoe goed ken je het werkwoord être en avoir al?
0100

Slide 18 - Sondage

Slide 19 - Lien

Chap 6: Au travail


  1. BLOOKET AVEC LA CLASSE
  2. ENSEMBLE: INTRO + Partie A, 4/5
  3. INDIVIDUELLEMENT:
    CHAP 5, PARTIE A, EXERC.
     6a - 7


Fini? Apprendre CHAP 5, PARTIE A
Havo: BLOOKET
Vwo: BLOOKET






timer
15:00

Slide 20 - Diapositive

Comment était le cours?
Vul de lesreflectie in je Studiewijzer in....
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Sondage

au prochain cours!
Devoirs:
Chapitre 6: Introduction (1ab,2a)+ Partie A (4tm7a)
Apprendre Partie A


Slide 22 - Diapositive