Migratie (level 1)

Waar denk je aan bij migratie?
1 / 11
suivant
Slide 1: Carte mentale
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 10 min

Éléments de cette leçon

Waar denk je aan bij migratie?

Slide 1 - Carte mentale

Wat betekent migratie?
A
Alles wat met het verhuizen van mensen te maken heeft.
B
Alles wat met communiceren te maken heeft.
C
Alles wat met conflicten te maken heeft.
D
Alles wat met hoofdpijn te maken heeft.

Slide 2 - Quiz

Migratie is het zelfstandig naamwoord. Wat is het werkwoord dat bij migratie hoort?
A
Migrateren
B
Migreren
C
Migraten
D
Migriteren.

Slide 3 - Quiz

Hoe noem je het als mensen van een ander land naar hier verhuizen?
A
Emigratie
B
Immigratie
C
Outmigratie
D
Inhuizing

Slide 4 - Quiz

Hoe noem je het als je vanuit hier naar een ander land verhuisd?
A
Immigratie
B
Emigratie
C
Outmigratie
D
Verlating

Slide 5 - Quiz

Wat betekent immigratie?
A
Verhuizing van een buitenlander naar je land.
B
Dat jij verhuist naar een ander land.
C
Dat je ergens voor altijd blijft wonen.
D
Dat je geen vaste woonplaats hebt.

Slide 6 - Quiz

Wat betekent emigratie?
A
Verhuizing van een buitenlander naar je land.
B
Dat jij verhuist naar een ander land.
C
Dat je ergens voor altijd blijft wonen.
D
Dat je geen vaste woonplaats hebt.

Slide 7 - Quiz

Pushfactoren
Redenen om te vertrekken uit een land heten pushfactoren. 
Denk hierbij aan bijvoorbeeld aan onvrij zijn --> mensen kunnen in hun land niet uitkomen voor hun mening of worden er zelfs om vervolgd.

Slide 8 - Diapositive

Noem voorbeelden van pushfactoren

Slide 9 - Carte mentale

Pullfactoren
Pullfactoren zijn omstandigheden die jou aantrekken om naar een ander land te komen. Denk hierbij aan een prettig klimaat om in te wonen. 

Slide 10 - Diapositive

Noem voorbeelden van pullfactoren

Slide 11 - Carte mentale