01-10-2024

01-10-2024
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansBeroepsopleiding

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

01-10-2024

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Mirar Deberes
TB. pag.18
 Lezen - Comunicación:
 Begroeten, getallen, naar iemands naam vragen, zich voorstellen.
Uitspraak oefenen met oefeningen 4.a/c
WB p.5,6 Oef. 1 t/m 7
TB p. 147 Begin woorden te leren (1 t/m 4) 

Slide 3 - Diapositive

TB: p.18: Recordar 
 Begroeten, getallen, naar iemands naam vragen, zich voorstellen.
WB: p. 5 : getallen -> Vragen?
p.6 ejs. 5,6,7 
WB: p.6, ej.5

Slide 4 - Diapositive

¿Cómo se pronuncia?

TB p.11 4a
 
  • Escucha estos nombres 
  • Lezen 

 
4a

Slide 5 - Diapositive

spreek je niet uit
¿Cómo se pronuncia? TB p.11, 4b Escuche y complete la regla
C
CH
G
H
J
LL

Ñ
QU
R/RR
V
X
Y
c = k voor a, o, u
c = th voor e, i
als tsj
g = als in goal voor a, o, u 
g = harde g voor e, i
harde g  
als j (in ja)
als nj in Spanje
als de k
aan het begin - explosieve b
in het midden - zachter, tussen b en v
rollend, aan het begin sterk rollend
RR = altijd sterk rollend
als ks in taxi
México - méxicano - méxicana
als de j in ja 
Z
als th 
Opdr.4b

Slide 6 - Diapositive

1. Alle woorden die eindigen op een klinker of op -n of -s: 
   klemtoon op de één na laatste lettergreep

2. Alle woorden die eindigen op een medeklinker, 
    behalve -n, -s: klemtoon op de laatste lettergreep.

3. Tenzij anders aangegeven door een accent.


Klemtoonregels, zie TB. p.113 /  WB p.12
Stencil( con el dado): Para hacer entre dos

Slide 7 - Diapositive

¿Para qué estudias español?
 
TB p.12 ej. 6: Escucha y marca los motivos. 
Luister en kruis aan om welke redenen de cursisten Spaans leren.





¿Para qué estudias español?  
Estudio español para ...
9

Slide 8 - Diapositive

Ik

 jij



hij

 zij
wij

jullie

u (meervoud)

ze,zij

ze, zij
TB.p. 12 7a: Werkwoorden op -AR

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

¿Para qué estudias ( tú) español?
- ( yo) Estudio español para viajar a Latinoamérica.

Señores Jansen,¿ para qué estudian ustedes español?
- (nosotros) Estudiamos español para hablar con los vecinos (buren) de España.

Slide 11 - Diapositive

0

Slide 12 - Vidéo

¿Tú o usted? 
TB p.13
 7b: Geef aan of de mensen in "jij "of "u "worden aangesproken.
 7c : Escucha y marca si las personas hablan de de tú o usted. 
usted
usted

Slide 13 - Diapositive

DEBERES
TB.: página 13, oef. 7a, 7b, 7c (slide 13), 8a
Grammatica: ( herhalen)
pag.112, 1.2 Uitspraak
p.119, 6.1 Pers. vnwoord
p.122, 7.1 Werkwoord op -AR
WB
páginas.  7-8-9
Oef. 9a/b, 10, 12, 16, 18
p.13 ,14 : Reglas y Sistemas: De uitspraak, de klemtoonregels, werkwoorden op -AR
Woordjes leren: opdr. 6 t/m 8

Slide 14 - Diapositive

Adiós

Slide 15 - Diapositive