Donderdag 23 februari, bron C

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

STARTKLAAR

- ga rustig op je vaste plek zitten.

- doe je jas uit.

- pak je boek + je laptop.

- doe je telefoon in het ZAKKIE en doe het Zakkie in je tas.

- als de timer is afgelopen, stop je met praten en begint de les.

Le futur

Futur simple

Futur simple

Er staat ATLIJD een R voor de uitgang van de futur!

Hoe maak je een futur simple?

Wat zijn de uitgangen van de futur simple?

Je ... (chercher, futur simple)

Leerdoel

Ik kan een toekomende tijd herkennen

Ik kan een gesprek voeren over reizen.

Où se cache le futur?

1. donnerez
2. avez donné
3. donnais
4. donnez

Où se cache le futur?

1. vendent
2. vendront
3. vendaient
4. ont vendu

Instructie 

phrases clés p. 104

Tu vas où?

Je vais à Nice en train.

Tu pars à quelle heure?

Je pars à deux heures.

Le voyage dure combien de temps?

Le voyage dure une heure.

C'est un train direct?

Non, il faut changer à......

Il faut réserver?

Oui, c'est obligatoire.

Non, ce n'est pas obligatoire.

Ça coute cher?

Non, un aller-simple coute 15 euros.

Oefen in 2-tallen

de phrases clés.

Draai de rollen om als je klaar bent.

1

2

3

4

Tu

vas

où

?

1

2

3

4

5

6

pars

quelle

à

Tu

heure

?

1

2

3

4

5

6

7

dure

combien

?

temps

le

de

voyage

1

2

3

4

5

6

est

?

un

direct

c'

train

1

2

3

4

réserver

?

il

faut

1

2

3

4

ça

?

cher

coute

Les devoirs

Uitlegvideo over het gebruik van de passé composé met het hulpwerkwoord être bekijken en aantekeningen maken.