Week 13

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

What did we do / talk about last lesson?

planning

• Huiswerk bespreken
  
• Classdojo beloningen
• Uitleg Past Simple
• quizvragen
• Opdrachten

Lesson goal

at the end of the lesson, I know how to use the Past Simple

Homework

Unit 2 Lesson 2 

Opdracht 1 t/m 4

ClassDojo Beloningen 

Individuele beloningen	Hoeveel?
- Oortjes in tijdens het werken - Samenwerken met iemand anders - Laatste 5 minuten van de les op telefoon	10 punten
- Huiswerkvrij bon - Verander je classdojo poppetje	20 punten
Snoep (Bijvoorbeeld Snicker)	50 punten

klassikale beloningen	Hoeveel
Kahoot	200 punten
Netflix film	500 punten

Past Simple

Past Simple

Je gebruikt de Past Simple als iets gebeurd is in de verleden tijd en ook beëindigd is.

Wij noemen de Past Simple de Verleden Tijd.

The Past Simple

Bij regelmatige ww                     Bij onregelmatige ww

altijd het hele WW + ed

Achter het werkwoord plaats je 'ed

I walk -> I walked

2e rij (Past Simple) 

Basis blz. 243 

Past Simple - OWW

Er zijn geen regels voor de OWW, je moet ze uit je hoofd leren. Je pakt voor de Past Simple de 2e kolom.

see - saw - seen

come - came - come

Past Simple - Signaalwoorden

In de zin staan vaak een tijdsbepaling van verleden tijd.

• yesterday
• last week
• ten minutes ago
• in 2007
• this morning
  

Choose the correct Past Simple form:
Famke Louise ...... another bad concert last night.

1. haved
2. gived
3. has done
4. gave

Choose the correct Past Simple form:
Miss vd Valk ....... me how to use the Past Simple yesterday.

1. teached
2. taughted
3. taught
4. teaches

Choose the correct Past Simple form:
NAC ....... young PSV last week. (defeat)

1. defeat
2. defeated
3. defeats
4. defeateds

Choose the correct Past Simple form:
In July 2019 Boris Johnson ..... the Prime Minister of the UK.

1. became
2. become
3. becomed
4. becamed

Unit 2 Lesson 2 Opdracht 5

Zoek de verleden tijd van de werkwoorden uit de tekst.

Let op! Onregelmatige werkwoorden (Blz 243)

1. to be - was 
2. to look - looked 
3. to try -  tried 
4. to want -  wanted 
5. to decide - decided 

1. to come - came
2. to find - found
3. to know - knew
4. to make - made

Unit 2 Lesson 2 Opdracht 5a +  5b

Let op! Onregelmatige werkwoorden (Blz 243)

Huiswerk

Unit 2 Lesson 2 Opdracht 5 en 6

Klaar?  woordentrainer Unit 2 Lesson 2

Let op! Onregelmatige werkwoorden (Blz 243)