Thema 5 Mens & Maatschappij leerjaar 2

Thema 3 Mens & Maatschappij leerjaar 2
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 3 Mens & Maatschappij leerjaar 2

Slide 1 - Diapositive

Een groot deel van Rusland heeft een landklimaat. Wat wordt er bedoeld met een landklimaat?
A
Warme zomers, zeer koude winters.
B
Warme zomers en milde winters.
C
Koude zomers, koude winters.
D
Het hele jaar door warm

Slide 2 - Quiz

Het wordt in de zomer hier niet warmer dan 10 graden boven nul en in de winter is het extreem koud. Hoe noem je dit klimaat?
A
Droog klimaat
B
Poolklimaat
C
Landklimaat
D
Zeeklimaat

Slide 3 - Quiz

Het middelandse zeeklimaat wordt herkent aan de warme zomers en de milde winters, is dit waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Je hebt verschillende tijdzones. Het is in Amsterdam 13:00, hoe laat is het in Moskou?
A
9:00
B
13:00
C
17:00
D
19:00

Slide 5 - Quiz

De bodem in het noorden van Rusland is altijd bevroren, hoe noem je dit.
A
Permanent bevroren
B
Permafrost
C
Bevroren
D
Frozen

Slide 6 - Quiz

Wat is kenmerkend voor de taiga?
A
Droge woestijnomgevingen
B
Uitgestrekte grasvlaktes
C
Dichte naaldbossen en sparren
D
Tropische regenwouden

Slide 7 - Quiz

Waar hoorde Rusland vroeger bij?
A
Europa
B
Sovjet-Unie
C
Azië
D
Amerika

Slide 8 - Quiz

Volgens het communisme is iedereen gelijk. Is deze uitspraak waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Wat wordt er bedoeld met het begrip "deelrepubliek"
A
Een gebied binnen een land met een aparte bestuurlijke status
B
Een land dat bestaat uit verschillende republieken
C
Een tijdelijk afgescheiden gebied voor politieke doeleinden
D
Een gebied dat onder direct bestuur van een andere republiek valt

Slide 10 - Quiz

Wat betekent subsidie?
A
Subsidie is een lening die moet worden terugbetaald met rente
B
Subsidie is financiële steun of hulp die wordt verstrekt door de overheid of een organisatie.
C
Subsidie is een belasting die wordt geheven op de verkoop van goederen en diensten.
D
Subsidie is een vorm van verzekering die bedrijven beschermt tegen financiële verliezen.

Slide 11 - Quiz

Veel mensen uit Oost-Europa zoeken hier in Nederland een baan, hoe noem je deze mensen?
A
Buitenlanders
B
Werknemers
C
Arbeiders
D
Arbeidsmigranten

Slide 12 - Quiz

Seizoensarbeid betekent werk dat met seizoenen samenhangt, je kan dit alleen uitvoeren in een specifiek seizoen doen. Is dit waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Waar wordt voedselgewassen verkocht?
A
Op de markt
B
In de supermarkt
C
Bij groenteboeren
D
Dit is alleen voor eigen gebruik

Slide 14 - Quiz

In tegenstelling tot voedselgewas, wordt handelsgewassen wel verkocht.
Is dit waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Wat betekent mechaniseren?

Slide 16 - Question ouverte

Hoe noem je de stoffen die je wint vanuit de mijnen
A
Mijnstoffen
B
Grondstoffen
C
Delfstoffen
D
stoffen

Slide 17 - Quiz

Steenkool is zo'n delfstof
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Wat is waar?
A
Voor 1991 bestond Oost-Europa uit meer landen dan nu. Dat komt doordat die landen nu communistisch zijn geworden.
B
Voor 1991 bestond Oost-Europa uit meer landen dan nu. Dat komt doordat de landen oorlog met elkaar kregen.
C
Voor 1991 bestond Oost-Europa uit minder landen dan nu. Dat komt doordat veel deelrepublieken zelfstandige landen wilden worden.
D
Voor 1991 bestond Oost-Europa uit minder landen dan nu. Dat komt doordat de landen niet meer bij de Europese Unie wilden horen.

Slide 19 - Quiz