H4 4.3 Schakelingen K2 les 3

Hoofdstuk 4: Elektriciteit
Introductie
§ 4.1 Een stroomkring maken
§ 4.2 Spanningsbronnen

§ 4.3 Schakelingen
§ 4.4 Vermogen en energie
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 4: Elektriciteit
Introductie
§ 4.1 Een stroomkring maken
§ 4.2 Spanningsbronnen

§ 4.3 Schakelingen
§ 4.4 Vermogen en energie

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen 4.3 Schakelingen
  1. Je kunt twaalf symbolen voor onderdelen in schakelschema’s herkennen en tekenen.
  2. Je kunt het verschil uitleggen tussen een parallelschakeling en een serieschakeling.
  3. Je kunt het schakelschema tekenen van eenvoudige serie- en parallelschakelingen.
  4. Je kunt uitleggen waarom elektrische apparaten bijna altijd parallel geschakeld worden.
  5. Je kunt de grootte van de stroomsterkte beredeneren in een schakeling.

Slide 2 - Diapositive

 Schakelingen
Je kunt lampen, schakelaars, snoeren en spanningsbronnen op verschillende manieren met elkaar verbinden. 
Anders gezegd: je kunt ze op verschillende manieren schakelen. 
Als je tekent hoe de draden lopen, kun je snel zien of er een of meer stroomkringen aanwezig zijn.

Slide 3 - Diapositive

Schakelingen tekenen

Slide 4 - Diapositive

Schakelschema's
De symbolen zijn bedoeld om overzichtelijke
tekeningen van schakelschema's te maken. 
Schakelschema’s zijn onmisbaar bij proeven met 
elektriciteit. Het schema vertelt je welke onderdelen 
je nodig hebt en hoe je die met elkaar verbindt. 
Bij veel proeven is een schakelschema gegeven. 
Soms moet je zelf een schakelschema tekenen. 
Nadat je alle onderdelen hebt verzameld, 
bouw je de schakeling aan de hand van het schema.

Slide 5 - Diapositive

Open stroomkring
.

  •  Als je de schakelaar op UIT zet, onderbreek je de stroomkring en gaat de lamp uit.

  • In een open stroomkring staat de schakelaar open en is de lamp uit (afbeelding 3).

Slide 6 - Diapositive

Gesloten stroomkring
.

  • Als je de schakelaar op AAN zet, sluit je de stroomkring en gaat de lamp weer aan.

  • In een gesloten stroomkring staat de schakelaar dicht en is de lamp aan (afbeelding 4)

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Serieschakelingen
.

  • Serieschakeling heeft geen  vertakkingen. 
  • Er is dus maar één stroomkring. 
  • De stroom gaat door alle onderdelen van   de schakeling. 
  • Als één lampje in een serieschakeling   doorbrandt, is de stroomkring verbroken.   Dan gaan alle lampjes uit. 
  • Het is daarom niet handig om lampen in   serie te schakelen.

Slide 9 - Diapositive

Ampèremeter

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Stroomsterkte in een serieschakeling
  • Een stroommeter moet je altijd in serieschakelen. 
  • Let op hoe je de draden op de meter moet aansluiten. 
  • De stroommeter meet de stroomsterkte 
  • door de lamp.
  • De stroomsterkte in een serieschakeling is overal even groot.
  • Het maakt niet uit waar je de stroomsterkte meet.

Slide 12 - Diapositive

Parallelschakelingen
Een parallelschakeling heeft vertakkingen.
De stroom kan dus meer dan één route ‘kiezen’.
Elke vertakking is, samen met de batterij, een aparte stroomkring. Op de plaats waar een parallelschakeling zich vertakt, splitst de stroom zich. Door elke tak loopt een stroom met een bepaalde sterkte.
In een parallelschakeling kun je elk lampje apart aan en uit doen. 
Als je de totale stroomsterkte door de schakeling wilt weten, moet je de stroomsterktes in alle takken bij elkaar optellen.

Slide 13 - Diapositive

De onderdelen zitten in dezelfde strookring
Aantekening
De onderdelen zitten in verschillende stroomkringen
Serie-schakeling ----- Parallel-schakeling

Slide 14 - Diapositive

Voorbeeld gemengde schakeling
van 2 lampjes en 1 schakelaar

Slide 15 - Diapositive

Ik heb eventjes de stroomkringen erin getekend, in de groene stroomkring staat alleen 1 lampje, in de gele stroomkring staat de schakelaar en het andere lampje. Dit is een gemengde schakeling want het lampje en de schakelaar staan in serie met elkaar. Het andere lampje staat weer parallel aan de eerder genoemde onderdelen.

Slide 16 - Diapositive

Dit is het schakelschema van dezelfde schakeling. Ik weet dat de schakelaar dicht is,  want het lampje stond aan. 
Dit is een gemengde schakeling want het lampje en de schakelaar staan in serie met elkaar. Het andere lampje staat weer parallel aan de eerder genoemde onderdelen.

Slide 17 - Diapositive

Serieschakeling

Slide 18 - Diapositive

Parallelschakeling - schema tekenen

Slide 19 - Diapositive

Huisinstallatie
Parallel. Want in serie zouden alle stopcontacten en alle lampen in jouw huis 'aan' moeten staan voordat de rest het zou doen. Als alles in serie zou staan kan je alleen alles aan of alles uit zetten. Dat is natuurlijk niet zo in huis
?

Slide 20 - Diapositive

Aan de slag!
Maak de opdrachten van 4.3 Schakelingen
Huiswerk: Alle opdrachten paragraaf 3

Slide 21 - Diapositive