Hoofdstuk 8 samenvatting

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 8

- inhoud ruimtefiguren

-oppervlakte vergroten met factor

-inhoud vergroten met factor 

Metriek stelsel: 

vlakke maten: mm-cm-dm-m-dam-hm-km

x10 <-- --> :10

oppervlakte maten: mm2-cm2-dm2-m2-dam2-hm2-km2

x100 <-- --> :100

inhouds maten: mm3-cm3-dm3-m3-dam3-hm3-km3

x1000 <-- --> : 1000

1 cm3= 1 milliliter, 1 dm3 = 1 liter, 1 m3 = 1 kilo liter.

Inhoud bereken van ruimtefiguren

Formules:

Opp grondvlak x hoogte 

Opp grondvlak x hoogte :3 ( of x 1/3)

opp grondvlak x hoogte

opp grondvlak x hoogte :3

Vergrotingsfactor

Formule om de factor te berekenen:

Lengte beeld : lengte orgineel 

van klein naar groot:

beeld: orgineel= 34 :20 

van groot naar klein:

beeld: orgineel= 20:34

Schaal

1 op 500 

1 cm op de tekening = 500 cm in het echt 

Je maakt de tekening of het model dus 500 keer zo klein.

Teken op schaal 1:200

Je maakt het gebouw 200 keer zo klein. 

Dit weet je omdat de maten zoals ze er nu staan niet in je schrift passen. 

Stappen plan:

- Reken alle maten om naar cm 

- Pas de schaal toe, alles :200 

- zet de nieuwe maten bij een schets

- teken het vooraanzicht op schaal 1:200.

Doe nu hetzelfde voor schaal 1:400.

Schaallijn

Wat vertelt deze schaallijn? Kun je aan de tekening zien hoeveel de schaal is? 

Is dat in cm , of moet je nog omrekenen? 

Welke schaal hoort bij deze schaallijn? 

Vergroten met de factor. 

- Vlakke maten vergroten, vb. 1 zijde of meerdere zijdes apart van elkaar vergroten. 

- Oppervlakte vergroten. 

- Inhoud vergroten. 

Formules:

Vlakke maten vergroten/verkleinen:(Losse zijdes)

orginele maat x factor = nieuwe maat

Oppervlaktes vergroten/ verkleinen:

orginele oppervlakte x factor ^2= nieuwe oppervlakte

Inhoud vergroten/verkleinen:

Orginele inhoud x factor ^3 = nieuwe inhoud

Vergroten/ Verkleinen

Om te onthouden: 

Ga je vergroten dan heb je een factor groter dan 1.

Ga je verkleinen dan heb je een factor kleiner dan 1.

Wat is de factor? Welke formule gebruik je? Wat is de nieuwe oppervlakte?

Wat is de factor? Welke formule gebruik je? Wat is de nieuwe inhoud? 

Maken:

Herhaling blz 229 tm 234. 

1e deel: 1 tm 7.

2e deel: 8 tm 16. 

3e deel: 17, 18, 22, 23.