Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Introduction
Veel Nederlandse broedvogels trekken weg om elders te overwinteren, andere vogels brengen juist alleen de winter in ons land door, of komen er alleen doorheen als passant: trekvogels. Maar waarom doen ze dat eigenlijk? En waar gaan ze heen? Hoe kan zo’n klein beestje zo’n enorme afstand afleggen? En wat voor gevaren komen ze daarbij tegen? Al deze dingen leren de leerlingen in deze les.
Instructions
Éléments de cette leçon
Trekvogels
Op reis met de gekraagde roodstaart
Slide 1 - Diapositive
Introductieslide
Vertel: De komende lessen gaan we kijken naar trekvogels. Wie kan mij uitleggen wat trekvogels zijn? Antwoord: Een trekvogel is een vogel die wegtrekt uit het gebied waar die broedt om op een hele verre afstand daarvan te overwinteren. In het voorjaar keert de vogel weer terug naar het broedgebied om jongen groot te brengen.
Het doel
weet je hoe trekvogels zo'n lange tocht kunnen maken, ken je de gevaren voor hen en ken je termen rond het begrip trekvogel.
Aan het einde van de les....
Slide 2 - Diapositive
Doe: Bespreek het doel van de les.
Waar denk jij aan bij het woord 'trekvogels'?
Slide 3 - Carte mentale
Woordweb
Afhankelijk van de voorkennis van de groep kun je beslissen om dit woordweb wel of niet te maken.
Vraag: Waar denk jij aan bij het woord 'trekvogels'?
Doe: Maak samen of in groepjes een lijst van begrippen die met trekvogels te maken hebben. Vul deze woorden in in het woordweb.
Achteraf: Laat de leerlingen samenhang zoeken tussen de verschillende ingevoerde begrippen. Sleep deze bij elkaar. Welke samenhangende thema's zijn er? Schrijf dit thema erboven.
Waarom trekken trekvogels heen en weer?
A
Om meer
eten te vinden
B
Vanwege de winter-
en zomertijd
C
Om hun familie
te bezoeken
D
Voor hun winterslaap
Slide 4 - Quiz
Quizvraag
Vraag: Waarom trekken trekvogels heen en weer?
Antwoord: A. Om meer eten te vinden en B. Vanwege de winter- en zomertijd.
Vertel: Stel een vogel leeft en broed in de zomer in Nederland. Wanneer het langzaam winter wordt, wordt het kouder en heeft de vogel minder lang de tijd om eten te vinden. Het eten raakt daarnaast in de winter ook op. Daarom trekken vogels naar gebieden waar ze meer eten kunnen vinden. Want van meer eten krijgen vogels het warm. In het zuiden is het warm en is in de winter meer eten te vinden, daarom wonen ze daar in de winter. Maar in het voorjaar wordt het daar steeds droger en raakt het eten daar juist op. Dus trekken ze dan weer terug naar het broedgebied.
Standvogel of trekvogel?
standvogel
trekvogel
Slide 5 - Question de remorquage
Vertel: Trekvogels trekken dus naar een gebied toe om te broeden of om meer voedsel te vinden. Er zijn ook vogels die het hele jaar in hetzelfde gebied blijven. Deze vogels noemen wij standvogels.
Vraag: Hieronder zie je enkele vogels. (v.l.n.r. boerenzwaluw, ekster, merel, gekraagde roodstaart, tjiftjaf, huismus) Welke vogels zijn standvogels en welke trekvogels?
Extra weetje: Wist je dat de roodborst een deeltrekker is? De vrouwtjes en jongen trekken naar het zuiden, terwijl de mannetjes trots hier overwinteren.
Douwe de gekraagde roodstaart
Snavel: welke vorm? Lang of kort, dik of dun? Welke kleur?
Welke kleur heeft de keel?
Welke kleur heeft de borst? Is het een kleur of meerdere?
Hoe zien de tenen eruit?
Waar zitten zijn ogen? Welke kleur hebben ze?
Welke kleur hebben de vleugels? Zijn ze effen of gestreept?
Een bovenstaart heeft dekveren. Welke kleuren vallen je op?
De staart: Is die lang of kort? Welke vorm heeft hij? Hoe ziet het uiteinde eruit? Als een v of als een vork of juist wat rond?
Zijn de poten lang of kort? En welke kleur hebben ze?
Douwe is een mannetje. De dames gekraagde roodstaarten zien er heel anders uit, kijk maar! Zie jij de verschillen?
Slide 6 - Diapositive
Vertel: Wij gaan een van de vele trekvogels uit Nederland volgen, een gekraagde roodstaart genaamd Douwe.
Vraag: Hoe kunnen we gekraagde roodstaart herkennen? Kijk goed naar de vogel. Klik op de hotspots en kom erachter waaraan je hem kunt herkennen. Klik op het informatie teken om hem te vergelijken met een vrouwelijke gekraagde roodstaart.
Doe: Klik weer op het informatie teken om het vrouwtje te laten verdwijnen.
Vertel verder: Douwe broedt in Nederland, maar nu is hij in Burkina Faso in Afrika. Daar wordt het langzaam droog en raakt het eten op. Daarom wil hij terug naar Friesland. Om lekker te eten en om een vrouwtje te vinden. Maar naar Nederland vliegen is wel 5000 kilometer! In totaal zal Douwe daar ongeveer 3 tot 5 weken over doen.
Hoe kunnen trekvogels als Douwe zo lang vliegen?
Slide 7 - Question ouverte
Openvraag Vraag: Hoe kunnen trekvogels als Douwe zo lang vliegen?
Doe: Laat de leerlingen bedenken hoe vogels zo lang kunnen vliegen. Vergelijk het met op vakantie gaan: Als jij op vakantie gaat, neem je dan dingen mee? Kan een vogel dat ook? Neem je pauzes tussendoor? Ga je liever in je eentje of samen op vakantie? En waarom?
Het antwoord volgt op de volgende drie slides.
Klapwieken of zweven
klapwieken
zweven
Bron afbeelding: NCB Naturalis
Slide 8 - Diapositive
Informatieve
Doe: Klik eerst op de hotspot 'zweven' en vervolgens op de hotspot 'klapwieken'.
Vertel: Grote vogels met grote vleugels blijven zweven. Zij vliegen op thermiek. Thermiek ontstaat door de warmte van de zon en creëert stijgende lucht. Hierop kunnen deze grote vogels zweven. Al cirkelend vliegen zij op de thermiek naar boven en glijden ze daarna naar beneden, naar de richting waar ze heen moeten.
Vraag: De gekraagde roodstaart is geen grote vogel met grote vleugels. Hoe kan hij dan zo lang vliegen?
Antwoord: Door klapwieken en van te voren heel veel eten. Kleine vogels met puntige vleugels zoals de gekraagde roodstaart kunnen niet zweven. Zij doen aan het zogenoemde 'klapwieken'. De vogels slaan hierbij constant hun vleugels op en neer. Dit is erg vermoeiend. Hierom moeten klapwiekers van te voren veel eten, zodat ze genoeg energie hebben om de grote tocht te maken.
Doe: Bekijk op de volgende slide een video van een ooievaar die gebruikmaakt van de thermiek om te zweven.
Zweven
Slide 9 - Diapositive
Video
Doe: Bekijk de video.
Vertel: Zie je hoe hij geen enkele keer met zijn vleugels slaat? Hij blijft rustig zweven.
's Nachts of overdag
Slide 10 - Diapositive
Informatieve slide:
Vertel: Veel vogels trekken overdag, maar andere
vogels kunnen ook ‘s nachts vliegen.
Vraag: Wat zouden redenen kunnen zijn om te kiezen om juist 's nachts of overdag te vliegen?
Antwoord: Zweefvliegers, zoals roofvogels en ooievaars vliegen alleen overdag, want zij hebben de warmte van de zon nodig voor thermiek.
Er zijn ook vogels die uitsluitend ’s nachts trekken, zoals onze gekraagde roodstaart Douwe. ’s Nachts is het voor hem namelijk voordeliger: het is minder warm en
meestal is er minder wind. Ook zijn er ’s nachts geen roofvogels in de lucht. Voor kleine vogels als Douwe is dat een extra reden om ’s nachts te vliegen: geen vijanden!
Extra weetje: Er zijn ook vogels zoals gierzwaluwen en grutto’s die dag en nacht door vliegen.
Samen of alleen
Slide 11 - Diapositive
Informatieve slide
Vertel: Douwe vliegt net als alle andere gekraagde roodstaarten liever alleen. Maar er zijn ook vogels die het fijner vinden om samen te vliegen.
Doe: Bekijk de video. De video laat zien dat je in een groep van elkaar kunt profiteren d.m.v. vliegen in een V-vorm.
Even pauze houden...
Start
Douwe begon in Burkina Faso. Daar overwinterde hij.
Voordat Douwe vertrok, heeft hij heerlijk twee weken lang zijn buikje vol gegeten bij de rivier de Niger in Mali.
Het is gelukt. Douwe is de woestijn doorgekomen! Na twee dagen kwam hij hier aan, in het Atlasgebergte. Hier zal hij een weekje rusten.
Het is ondertussen twee dagen later, maar Douwe moet even uitrusten. Hij vloog boven de Sahara,. Daar is het warm! Daarom vloog hij 's nachts, want dan is het koeler. Nu is hij in een oase; een plek in de woestijn met water. Heerlijk om daar in Tuat even uit te rusten!
Slide 12 - Diapositive
Kijkafbeelding
Doe: Klik op de hotspots om meer te weten te komen over de vlucht van Douwe. Begin bij start.
Extra informatie: Pff... dat is zwaar vliegen! De meeste vogels stoppen regelmatig en vaak onderweg. Ze rusten regelmatig uit, eten tot ze weer genoeg energie hebben en schuilen voor slecht weer. Ze vliegen pas weer verder als
het mooi weer is. Zo doen ze wel één of twee
maanden over de reis. De ooievaar en de gekraagde roodstaart stoppen af en toe om op te vetten. Of ze wachten op mooi weer. Er zijn ook vogels die heel vaak stoppen, zoals de boerenzwaluw. Hij doet wel twee tot drie maanden over de reis.
Hoe kunnen trekvogels de weg vinden?
Slide 13 - Question ouverte
Open vraag
Vertel: Nu we weten hoe we kunnen vliegen moeten we alleen nog erachter komen hoe we de weg kunnen vinden! Vraag: Hoe kunnen trekvogels de weg vinden? Vergelijk het met hoe de leerlingen de weg kunnen vinden van school naar huis of op vakantie. Waar kijk je dan naar? Gebruik je ook andere zintuigen?
Antwoord: Volgt in de volgende slide.
Oriëntatie en navigatie bij trekvogels
Bron afbeelding: NCB Naturalis
Slide 14 - Diapositive
Vertel: Navigatie gaat om het bepalen en behalen van je reisdoel. In het geval van Douwe wil hij van Burkina Faso naar Nederland toe, maar hoe vind hij deze weg?
Allereerst hebben vogels een soort kompas in hun hoofd. Die wijst hun naar het Noorden en Zuiden. Voor de rest gebruiken ze hun andere zintuigen. Zo kunnen ze de ziltige lucht van de zee ruiken, maar ook de branding horen. Zo weten ze dat ze in de buurt van de zee zijn. Het belangrijkst blijft het kijken. Door overdag naar de stand van de zon en 's nachts naar de sterren te kijken, kunnen vogels bepalen waar ze heen moeten. Ook letten ze op hun omgeving. Zo houden ze kustlijnen, bergen maar ook snelwegen goed in de gaten. Een kustlijn houdt namelijk in dat er zee aankomt en die steken de meeste vogels liever niet over. Dan kunnen ze namelijk niet pauzeren.
Wat zijn de gevaren voor trekvogels?
Slide 15 - Question ouverte
Open vraag Vraag: Warmte is dus niet prettig voor trekvogels, maar wat zijn andere gevaren voor hun?
Antwoord: Volgt in de volgende drie slides.
Natuurlijke gevaren en de mens
Slide 16 - Diapositive
Vertel: Op zo’n lange reis maakt een
trekvogel veel mee: de route zit vol gevaren. Het is een hele klus om de reis te overleven! Er zijn natuurlijke gevaren, en gevaren die door mensen worden veroorzaakt.
Natuurlijke gevaren:
Slecht weer: Harde storm
en regen of onweer maakt vliegen erg moeilijk. Vooral als het lang duurt. En als het mist, ziet een vogel niets en kan hij verdwalen. Vogels wachten meestal op goed weer voor ze vertrekken.
Hitte en droogte
: een vogel kan oververhit raken of uitgeput. ’s Nachts is het koeler, daarom vliegen sommige vogels alleen ’s nachts.
Roofdieren, zoals roofvogels, zijn ook gevaarlijk. Die jagen op kleine vogels en eten ze op.
Gevaren veroorzaakt door de mens:
Jacht: In sommige landen schieten mensen op vogels of vangen ze hun met netten. Dit doen zij voor de lol of soms zelfs om ze op te eten.
Windmolens, hoogspanningskabels en flats: Hier kunnen vogels tegenaan vliegen. Zo'n botsing kan dodelijk zijn,
Verdwijnen rustgebieden: Ook verdwijnen er steeds meer gebieden waar vogels kunnen rusten en eten om aan te sterken. Daar zijn meerdere oorzaken voor. Zo worden natte weilanden en ‘wetlands’ droog gepompt voor de landbouw. Of om huizen op te bouwen. Voor de landbouw verdwijnen bomen en struiken langs weilanden. En ook randen met bloemen en kruiden zie je minder dan vroeger.
Vervuiling: Vervuiling is ook een probleem. Gebieden waar de lucht, het water of de bodem vervuild zijn, zijn een gevaar voor de vogels die daar leven. De vervuiling kan komen door fabrieken of auto’s, door kunstmest, en ook door mensen die rommel in de natuur achterlaten. Andere gebieden zijn nog wel schoon maar niet meer stil genoeg omdat er veel mensen komen of druk verkeer is.
We zijn er bijna...
Omdat het stortregent is Douwe even gestopt aan de oostkant van de Pyreneeën in Spanje. In het westen waait het altijd hard, vandaar dat hij via het oosten ging. Maar deze regenbuien zijn ook geen pretje. Eerst dus maar even schuilen voordat hij nog 1.400 kilometer moet vliegen naar Friesland.
16 dagen later is hij er dan eindelijk, in Friesland! Er zijn naast de weilanden veel bomen en struiken waar hij zich goed kan verstoppen én er is veel eten. De natuurbeschermers en boeren zorgen er speciaal voor dat deze struiken en bomen er voor hun blijven staan. Zo fijn! Hier zal Douwe zich goed vermaken de komende vier maanden.
Vervolg van vlucht
Na een weekje rust in het Atlasgebergte gaat Douwe weer op pad. 's Nachts vliegt hij over de bergen en richting de Middelandse Zee, want dan kunnen de valken hem niet zien. Die willen hem graag oppeuzelen.
Slide 17 - Diapositive
Kijkafbeelding
Doe: Klik op de hotspots om verder te gaan met de vlucht van Douwe. Begin bij 'Vervolg van vlucht''.