1HV: H - Grammaire

1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Aujourd'hui, c'est le ...

Slide 2 - Diapositive

Aujourd'hui, c'est le ...
Objectif: Aan het einde van de les heb je het werkwoord être (zijn) herhaald en kun je het bezittelijke voornaamwoord gebruiken.

Qu'est-ce que nous allons faire aujourd'hui?
- La répétition: verbe 'être'
- Bezittelijk voornaamwoord


Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Tu ... mon ami.

Slide 8 - Question ouverte

Vous ... français?

Slide 9 - Question ouverte

Marie et Claire ... des amies.

Slide 10 - Question ouverte

Ik kan het bezittelijk voornaamwoord in het Frans toepassen.

Slide 11 - Diapositive

In welke zin staat een bezittelijk voornaamwoord?
A
Ik heb een grote hond.
B
Ik heet Jan.
C
Dat zijn mijn ouders.
D
Heb jij een nieuwe fiets?

Slide 12 - Quiz

Naar welk woord moet je kijken voordat je weet welk bezittelijk voornaamwoord je kunt invullen?

Slide 13 - Question ouverte

Bezittelijk voornaamwoord
JOUW hond
JULLIE huis
ONZE vrienden
HAAR auto
etc.

Slide 14 - Diapositive

En in het Frans?
"Mijn" heeft 3 betekenissen:



voor mannelijke woorden (le)
voor vrouwelijke woorden (la)
voor meervoudswoorden (les)
MON
MA
MES
le stylo
la maison
les parents
C'est mon stylo.
C'est ma maison.
Ce sont mes parents.

Slide 15 - Diapositive

Vertaal "Het is MIJN rugtas."

C'est ___ sac à dos.
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 16 - Quiz

Vertaal: "Dat zijn MIJN boeken."

Ce sont ___ livres.
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 17 - Quiz

Vertaal: "Sophie is MIJN zus."

Sophie est ___ soeur.
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 18 - Quiz

En de andere personen?
Julian is jouw broer


Slide 19 - Diapositive

En de andere personen?
Julian is jouw broer

Stap 1: jouw = ton / ta / tes


Slide 20 - Diapositive

En de andere personen?
Julian is jouw broer

Stap 1: jouw = ton / ta / tes

Stap 2: kijk naar het woord dat NA het 
bezittelijk voornaamwoord komt (broer)


Slide 21 - Diapositive

En de andere personen?
Julian is jouw broer

Stap 1: jouw = ton / ta / tes

Stap 2: kijk naar het woord dat NA het 
bezittelijk voornaamwoord komt (broer)

Stap 3: broer = mannelijk (le frère)


Slide 22 - Diapositive

En de andere personen?
Julian is jouw broer

Stap 1: jouw = ton / ta / tes

Stap 2: kijk naar het woord dat NA het 
bezittelijk voornaamwoord komt (broer)

Stap 3: broer = mannelijk (le frère)

Stap 4: je pakt de mannelijke vorm van jouw


Slide 23 - Diapositive

En de andere personen?
Julian is jouw broer

Stap 1: jouw = ton / ta / tes

Stap 2: kijk naar het woord dat NA het 
bezittelijk voornaamwoord komt (broer)

Stap 3: broer = mannelijk (le frère)

Stap 4: je pakt de mannelijke vorm van jouw
Julian is jouw broer = Julian est TON frère


Slide 24 - Diapositive

Maintenant c'est à toi!
Dat zijn onze honden.

Stap 1: onze = ?


Slide 25 - Diapositive

Maintenant c'est à toi!
Dat zijn onze honden.

Stap 1: onze = notre - notre - nos

Stap 2: kijk naar het woord NA het 
bezittelijk voornaamwoord, dat is ...?


Slide 26 - Diapositive

Maintenant c'est à toi!
Dat zijn onze honden.

Stap 1: onze = notre - notre - nos

Stap 2: kijk naar het woord NA het 
bezittelijk voornaamwoord: honden

Stap 3: honden = ml /  vr / mv ?

Slide 27 - Diapositive

Maintenant c'est à toi!
Dat zijn onze honden.

Stap 1: onze = notre - notre - nos

Stap 2: kijk naar het woord NA het 
bezittelijk voornaamwoord: honden

Stap 3: honden = meervoud

Stap 4: neem de juiste vorm van "onze" = ?

Slide 28 - Diapositive

Maintenant c'est à toi!
Dat zijn onze honden.

Stap 1: onze = notre - notre - nos

Stap 2: kijk naar het woord NA het 
bezittelijk voornaamwoord: honden

Stap 3: honden = meervoud

Stap 4: neem de juiste vorm van "onze" = nos
Dat zijn onze honden = Ce sont nos chiens.

Slide 29 - Diapositive

Let op!
Bij:
- ons/onze
- uw/jullie
- hun
... hoef je niet te weten of het 
mannelijk of vrouwelijk is. De 
vormen zijn hetzelfde!

Slide 30 - Diapositive

Let op!
Julia is mijn vriendin

Stap 1: mijn = mon - ma - mes


Stap 2: kijk naar het woord NA het
bezittelijk voornaamwoord: vriendin
Stap 3: vriendin = vrouwelijk enkelvoud


Stap 4: neem de juiste vorm van "mijn" = ma
Julia is mijn vriendin = Julia est ma amie (klinkerbotsing!) 
Neem de mannelijk enkelvoud vorm = MON amie


Slide 31 - Diapositive

Wat moet er op de lege plek?

C'est ... amie, Charlotte
A
ma
B
mon
C
mes

Slide 32 - Quiz

Vul in:
Elle cherche une clé, c'est ... clé!
A
son
B
sa
C
ses
D
mon

Slide 33 - Quiz

Vul in:
Ce sont les stylos de Roland, ce sont ... stylos
A
son
B
sa
C
ses
D
ton

Slide 34 - Quiz

Les devoirs 1HV

Apprendre (leren)

Le vocabulaire E & F / Phrases G / Grammaire H

Faire (maken)
H - Grammaire (en ligne)


Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive

Het bezittelijk voornaamwoord

Slide 39 - Diapositive

Bezittelijk voornaamwoord in het Frans

Slide 40 - Diapositive