Het zelfstandig naamwoord

Welke zelfstandige naamwoorden kun je op de volgende dia benoemen?
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welke zelfstandige naamwoorden kun je op de volgende dia benoemen?

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Nederlands
Het 
Zelfstandig naamwoord

Slide 3 - Diapositive

programma
Terugblik
Les + doel
Theorie
Oefenen
Controle
Zelfstandig werken
Evaluatie

Slide 4 - Diapositive

Terugblik
Wat hebben wij vorige week behandeld?
Wat weten wij daar nog van?
Wat kunnen wij daarmee?

Slide 5 - Diapositive

Het zelfstandig naamwoord
Doel: 
op het einde van de les weet ik wat het zelfstandig naamwoord is en hoe ik deze moet schrijven.

Slide 6 - Diapositive

Theorie
Een zelfstandig naamwoord:
mensen, dieren, dingen, plaatsen, maar ook abstracte zaken als gevoelens, tijdsruimten, eigenschappen, gebeurtenissen.
Combineren met lidwoorden.
Enkelvoud/ meervoud.
Samenstellingen.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Slide 9 - Diapositive

Wat is in de volgende zin een ZNW?
Drie kleine kleutertjes zaten op een hek!

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Zelfstandig werken
Zelfstandig werken in je boek. 

Slide 13 - Diapositive

Evaluatie
Wat hebben we gedaan?
Wat hebben we geleerd?
Wat kunnen we hiermee?
Is het lesdoel behaald?
Wat was jouw inbreng?

Slide 14 - Diapositive