BOL 2(P2) - week 49

ENGLISH
BOI 2 - P2
(week 49)
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

ENGLISH
BOI 2 - P2
(week 49)

Slide 1 - Diapositive

Welcome!
Planning P2
Toelichting werkwoordenboekje
Examenvoorbereiding Engels gesprek voeren A2 (Taalblokken)
Planning today


Les gemist? Kijk in teams voor de lessen en lesmaterialen

Slide 2 - Diapositive

Planning P2
Focus op basisgrammatica - veel herhaling, soms nieuw
Waarom? ter voorbereiding op de instellingsexamens dit jaar

P2 - Examen Engels gesprek voeren A2
P4 - Examen Engels spreken A2 en Engels schrijven A2

Voortgangscijfer P2: Spreekopdracht beroepsspecifiek
Cijfer is geldig wanneer boekje en online opdrachten klaar zijn


Slide 3 - Diapositive

Toelichting werkwoordenboekje
ZELFSTANDIG MAKEN

Voor sommigen: herhaling
Anderen: hoe zat het ook alweer?

Hoe maak je dit boekje:
- Lees eerst de uitleg, maak dan pas de oefeningen in het boekje
- Lastig? Ga naar https://www.engelsgemist.nl/grammar/ en bekijk de uitlegvideo (NL)
(of klik op de volgende slide)

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Lien

Past tense
Past simple
Present perfect

Slide 6 - Diapositive

Past simple
Hoe maak je het?
Hoe gebruik je het?
Regelmatig werkwoord:
- ed erachter

Onregelmatig werkwoord:
- uit je hoofd leren
(2e rijtje)
wanneer iets in het verleden is gebeurd op een specifiek tijdstip

bv. yesterday, last month, in 2021

Slide 7 - Diapositive

Present perfect
Hoe maak je het?
Hoe gebruik je het?
Have / has + volt. deelwoord

you have watched Netflix
she has done her homework

onreg. werkwoord:
volt. deelwoord = 3e rijtje
Je kunt niet precies aangeven wanneer het is gebeurd

I haven't seen that film

Iets is gebeurd wat nog steeds van invloed is op het heden
bv. I have hurt my knee so I can't play football today

zinnen met woorden als: for, since, never, ever

Slide 8 - Diapositive

Identify the past simple form of 'to go'.
A
goes
B
went
C
going
D
gone

Slide 9 - Quiz

Which sentence uses the present perfect?
A
He will travel to France.
B
She traveled to France.
C
They have traveled to France.
D
I travel to France.

Slide 10 - Quiz

Choose the correct answer:
I ...... a movie last night.
A
watch
B
have watched
C
watched
D
am watching

Slide 11 - Quiz

Choose the correct sentence

A
I lived here since 2022
B
I live here since 2022
C
I will live here since 2022
D
I have lived here since 2022

Slide 12 - Quiz

Vertaal:
Ik belde mijn vader gisteren

Slide 13 - Question ouverte

Vertaal:
Zij heeft een e-mail geschreven

Slide 14 - Question ouverte

Examenvoorbereiding
Ga naar:
Taalblokken
Examentraining A2 - Gesprek voeren


Slide 15 - Diapositive

Planning today
1. Boekje Engelse werkwoorden (gebruik lijst onregelmatige werkwoorden in Teams)
2. Online opdrachten behorend bij Engels examentraining A2 (gesprek voeren A2)
2. Online opdrachten Grammar/spelling A2, par. A2.3 t/m A2.6 EN A2.11 t/m A 2.15
3. Voorbereiden of afnemen spreekopdracht (m.b.v. woordenlijst in Teams)


Deze week geen gesprekken: Planning maken (laatste week voor kerstvakantie)


Slide 16 - Diapositive