HA2: Kapitel 7: Der-Gruppe

Kapitel 7
Der-Gruppe en voorzetsels
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Kapitel 7
Der-Gruppe en voorzetsels

Slide 1 - Diapositive

Doelen


Ik weet wanneer ik de 1e en 4e naamval moet gebruiken

Ik weet welke woorden bij de Der-Gruppe horen

Ik ken het stappenplan van de naamvallen



Slide 2 - Diapositive

Naamvallen
1e en 4e naaval met Der-Gruppe

Eerst even herhalen, wat weet je nog?

Slide 3 - Diapositive

der-Gruppe

             m                          v                           o                           mv


1e        der                      die                        das                       die

4e       den                     die                        das                       die

Slide 4 - Diapositive

Voorzetsels 4 naamval
durch = door
für = voor
ohne = zonder
gegen = tegen
um = om

Kom je een van de voorzetsels tegen, krijg je een 4e naamval

Slide 5 - Diapositive

Der-Gruppe
dit, deze = dies...
alle = all.....
elke, iedere = jed....
zulke = solch....
welke = welch.....
sommige = manch.....






Slide 6 - Diapositive

Stappenplan

Stap 1: Staat er "es gibt" in de zin

Nee? Stap 2

Stap 2: Staat er een voorzetsel in?

Nee? Stap 3

Stap 3: Ontleden

1e naamval = onderwerp (hij)

4e naamval = lijdend voorwerp (hem)

Slide 7 - Diapositive

Voorbeeldzin
(dit) _______ Mädchen läuft im Garten.

dit = dies
stap 1: es gibt? Nee
stap 2: voorzetsel? Nee
stap 3: ontleden. Hier onderwerp, dus 1e naamval
 --> Dieses Mädchen läuft im Garten.

Slide 8 - Diapositive

Nog enkele voorbeelden:


1. (elke) ________ Schüler hat (een) _______ Buch

2. Warum fährt (de) _______ Vater durch (de) ______ Straße


Maak voor jezelf bovenstaande vragen.

Slide 9 - Diapositive

die Antworten


Jeder Schüler hat ein Buch


Warum fährt der Vater durch die Straße



Slide 10 - Diapositive

Even checken
Vul de juiste naamval in

Slide 11 - Diapositive

[Elke] Tag (m) gehe ich Gassi mit unserem Hund.

Slide 12 - Question ouverte

Kennst du vielleicht [deze] Mann?

Slide 13 - Question ouverte

[Zulk] Eis immer essen ist einfach ungesund.

Slide 14 - Question ouverte

Ich habe [dit] Haus vor zwanzig Jahren gekauft.

Slide 15 - Question ouverte

(Welke) Koffer (m) hast du gekauft?

Slide 16 - Question ouverte

Evaluatie

Slide 17 - Diapositive

Ik heb wel door hoe dit werkt met de 1e en 4e naamval
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Sondage

Welke vraag heb je nog over de naamvallen?

Slide 19 - Question ouverte