2b Oefenen schrijven chapitre 3 & 5

Aujourd'hui, le 15 juin
- aan het eind van de les heb ik de zinnen van H3/5 herhaald
- aan het eind van de les kan ik een stukje schrijven over H3/5
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Aujourd'hui, le 15 juin
- aan het eind van de les heb ik de zinnen van H3/5 herhaald
- aan het eind van de les kan ik een stukje schrijven over H3/5

Slide 1 - Diapositive

Aujourd'hui, le 15 juin

- Focusleren
- oefenen voor de toets week
-woordenboek

Slide 2 - Diapositive

Faire les magasins - Parler d'un jean bleu. 
Oui, je voudrais acheter un nouveau jean
Pas mal. / Moche. / Beau.
45 euros seulement. 
Du M.
Oui, il est beau! / Non, il est trop petit. 
D'accord! On y va!
On va en ville, ce weekend?
Comment tu trouves ce jean bleu?
Il coute combien?
Tu fais quelle taille?
Tu veux l'acheter?
On va à Mode&Co?

Slide 3 - Question de remorquage


Vertaal: wat wil je kopen?
A
Il aime le sport et les jeux vidéos.
B
Qu'est-ce que il aime porter?
C
Qu'est-ce que tu veux acheter?
D
Je cherche un cadeau pour Lucas.

Slide 4 - Quiz

Geef antwoord op de vraag:
Qu'est-ce que tu veux acheter?
Schrijf op dat je een wit T-shirt wilt kopen.

Slide 5 - Question ouverte


Schrijf naar welke winkel je gaat.

Slide 6 - Question ouverte

Schrijf op hoeveel het witte T-shirt kost.

Slide 7 - Question ouverte

Tu vas en ville pour acheter un pantalon et un short de bain. Utilise 25 à 30 mots. Écris:
- wat je wilt kopen.
- welke kleuren de broek en de zwembroek hebben.
- naar welke winkel je gaat.
- welke maat je hebt.
- hoeveel het kost.

Slide 8 - Question ouverte

Schrijf dat je niet in vorm bent.

Slide 9 - Question ouverte

Schrijf waarom je niet in vorm bent.

Slide 10 - Question ouverte

Schrijf dat je morgen een afspraak hebt bij de dokter.

Slide 11 - Question ouverte

Schrijf:
- aan welke sport je doet
- hoevaak je in de week traint

Slide 12 - Question ouverte

Schrijf 2 zinnen waarom je in vorm bent.

Slide 13 - Question ouverte