W4 FA 2G les 15 Ch 3

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Bienvenue 2G1

Semaine 4

Du 25 au 29 janvier

Chapitre 3

La semaine dernière

• Nous avons lu une histoire sur Martine.
• Nous avons fait une exercice de comprehension orale.
• Vous avez fait des exercices de grammaire.
• Vous avez fait des exercices de chapitre 4.

Cette semaine

En ligne (online les):

• Nous continuerons avec l'histoire sur Martine.
• Nous répéterons le pronom démonstratif.

À la maison (thuis):

• Partie E regarder
• Répéter chapitre 2 p. 88 à 91
• Apprendre chapitre 3 vocabulaire A & B
• Faire chapitre 4

Cette semaine

À la fin de cette semaine......

vous pouvez (kunnen jullie):

• een product beschrijven.
• de belangrijkste onformatie uit een film begrijpen.
• een verhaal lezen over Martine.

vous savez (weten jullie):

• hoe je eaux en ou uitspreekt.
  
• hoe je het aanwijzend voornaamwoord gebruikt.

Expliquer

Chapitre 3 'Fous de shopping'

Cahier d'exercices p. 110 & 111

Le pronom démonstratif  - Het aanwijzend voornaamwoord

Die, deze, dit, dat

Expliquer

Chapitre 3 'Fous de shopping'

Cahier d'exercices p. 110 & 111

In het Nederlands:

de - woorden        die / deze               de jongen = die jongen / deze jongen

het - woorden      dit / dat                   het meisje = dit meisje / dat meisje

Expliquer

Chapitre 3 'Fous de shopping'

Cahier d'exercices p. 110 & 111

In het Frans:  4 vormen

1. ce            = mannelijk enkelvoud
2. cette      = vrouwelijk enkelvoud
3. ces         = mannelijk & vrouwelijk meervoud
4. cet          = ?
5. cet          = mannelijk enkelvoud klinker / stomme h

Expliquer

Chapitre 3 'Fous de shopping'

Cahier d'exercices p. 110 & 111

In het Frans:  4 vormen

1. ce            = mnl enkv                              = ce livre
2. cette      = vrl enkv                                = cette jupe
3. ces         = mnl & vrl mv                       = ces chaussures / ces hommes
4. cet          = mnl enkv klinker/h          = cet homme

Wat komt er op de open plek?

On va en ville ... weekend?

1. ce
2. cet
3. cette
4. ces

Wat komt er op de open plek?

Tu as vu .... éléphant?

1. ce
2. cet
3. cette
4. ces

Wat komt er op de open plek?

.... enfants sont pénibles.

1. ce
2. cet
3. cette
4. ces

Wat komt er op de open plek?

.... fille s'appelle Louise.

1. ce
2. cet
3. cette
4. ces

Wat komt er op de open plek?

.... école est petite.

1. ce
2. cet
3. cette
4. ces

Wat komt er op de open plek?

La fille avec ... casquette bleue.

1. ce
2. cet
3. cette
4. ces

Wat komt er op de open plek?

J'ai pris la photo ... hiver.

1. ce
2. cet
3. cette
4. ces

Wat komt er op de open plek?

... animal domestique est à toi?

1. ce
2. cet
3. cette
4. ces

En ligne

Chapitre 3  'Fous du shopping'

Cahier d'activités p. 108 & 109

Partie C       phrases clés         ex 14     

Les devoirs

Af: lundi 1er février

Faire: (dit staat ook in je planning in de ELO van Grandes Lignes)

Chap 3: ex 21 à 23

Chap 4: ex 4, 5

Apprendre:

Vocabulaire A & B (p. 128, 129)

Répéter chap 2: p. 88 à 91

à = tot en met

Het huiswerk maak je deze week in je online werkboek en is af voor de eerste les van volgende week . Het wordt gecontroleerd!

Leertips Vocabulaire

• Leer je woordjes elke dag (10 min). Herhalen, herhalen, herhalen!
• Begin met het doorlezen van de woordjes.
• Vervolgens bedek je ze met een blaadje of je hand en overhoor je jezelf (mondeling).
• Ken je alle woordjes?! Ga dan aan de slag via quizzlet, wrts of via Grandes Lignes online, etc. en overhoor jezelf.
• Elke week krijg je er een nieuw stukje bij, blijf de eerdere stukjes wel herhalen!