BS 6.5: Aanpassing bij planten

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 4

BS 6.6: Aanpassing bij planten

Planning

1. Nakijken 5.4
2. Leerdoelen
3. Uitleg basisstof 5.5
4. Opdrachten maken

Leerdoelen

• Je kunt beschrijven hoe planten zijn aangepast aan het water
• Je kunt beschrijven hoe planten zijn aangepast aan het licht

Vochtig milieu

• Grote dunne bladeren
  
• Dunne waslaag
• Zwakker ontwikkeld wortelstelsel
  

Droge omgeving

• Dikke waslaag op bladeren
  
• Behaarde bladeren
  
• Kleine dikke bladeren
• Sterk ontwikkeld wortelstelsel -> breed of heel diep (grondwater)

Water en oeverplanten

• Drijvende bladeren
• Wortelstelsel is zwak ontwikkeld
  
• Maximaal 4 meter diep

Planten in winter

Grond bevroren -> daardoor minder water.

• Loofbomen-> laten blad vallen
• Naaldbomen -> waslaag over naalden

Hoeveelheid licht

Zonplanten:

• Groeien best bij veel licht
  

Schaduwplanten:

• Groeien best bij weinig licht
  

Voorjaarsbloeiers:

• Schaduwplanten die vroeg in het voorjaar bloeien
  

Klimplanten

• Hechtwortels
  
• Ranken
  
• Nemen soms stoffen op uit hun gastheer
  

Rozetvormende planten

• Wortelrozet: een kring van bladeren die vlak boven de wortel aan de plant vast zit.
• Kan goed onder de sneeuw overleven.
  

Opdrachten maken

• BS 5.5: opdrachten 1 t/m 7. 

Werk in stilte zolang de timer loopt -> ben je niet stil -> aantekening