4.3 Nederland is veranderd

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

4.3 Nederland is veranderd

- DE PLURIFORME SAMENLEVING -

Programma

• Terugblik H2

• Uitleg  H3
• Quiz H3

Leerdoelen

• je kent de vier belangrijkste kenmerken van de Nederlandse cultuur vóór WOII 

• je kent zes ontwikkelingen na de WOII die voor de verandering van de Nederlandse cultuur gezorgd hebben;

• bij gegeven informatie kun je aantonen bij welke ontwikkeling die hoort;

Terugblik hoofdstuk 2

- Socialisatie

- Nature-nurture
- Internalisatie

- Persoonlijke en sociale identiteit 

Socialisatie = proces waarbij iemand de normen, waarden en andere cultuurkenmerken van zijn samenleving of groep aanleert. 

Nature = aangeboren
Nurture = aangeleerd

Internalisatie = mensen hebben zich de normen, waarden en gewoonte eigen gemaakt en gaan zich automatisch zo gedragen als de omgeving van hen verwacht. 

H1 Pluriformiteit in Nederland

H2 Cultuur en identiteit

H3 Nederland is veranderd

H4 Migratie naar Nederland

H5 Samenleven betekent integreren

H6 Integratie gaat niet vanzelf

H7 Met wie ben je verbonden?

De Nederlandse cultuur is dynamisch. Dit blijkt uit de grote culturele veranderingen die de afgelopen decennia hebben plaatsgevonden. In dit hoofdstuk kijken we naar veranderingen die vanaf voor de Tweede Wereldoorlog tot nu hebben plaatsgevonden.

Groeiende welvaart

- Vanaf eind jaren 50 
- Consumptiemaatschappij
> focus op materieel bezit en vrijetijdsbesteding

Ontzuiling en ontkerkelijking

- Minder kerkgangers (ontkerkelijking) -> ontzuiling
- Meer belangstelling voor andere vormen van geloof

Individualisering

- Gevolg van de ontzuiling
- Meer vrijheden (bijv. zelf studie kiezen)
- Mondiger

Ontstaan jongerenculturen 

Emancipatie

- Vrouwen niet langer handelingsonbekwaam
- Vrouwen vaker economisch onafhankelijk 

Globalisering

De ontwikkeling waardoor mensen wereldwijd steeds meer met elkaar verbonden raken. 

- Gevolg van betere transportmogelijkheden en nieuwe communicatiemiddelen.

"Ik mocht naar de middelbare school en kreeg later een goede baan. Dat was heel bijzonder voor een meisje"

1. ontzuiling
2. emancipatie
3. globalisering
4. individualisering

"We zijn nog een tijdje naar speciale jongeren missen geweest, maar na een tijdje wilde ik liever uitslapen op zondag"

1. individualisering
2. globalisering
3. ontkerkelijking
4. ontzuiling

"Vroeger keken we op zondag samen naar Studio Sport, nu zit iedereen alleen op z'n kamer op z'n eigen schermpje te kijken.

1. globalisering
2. individualisering
3. mondigheid
4. ontzuiling

"Het werd steeds gewoner dat katholieke jongeren omgingen met hervormden of buurtkinderen uit een socialistisch gezin".

1. ontkerkelijking
2. individualisering
3. emancipatie
4. ontzuiling

"De werksfeer werd steeds slechter. Uiteindelijk ben ik naar het bestuur gestapt om een klacht in te dienen over mijn baas."

1. mondigheid
2. individualisering
3. emancipatie
4. ontzuiling

"Ik ben aangenomen voor een baan in Chicago! Het sollicitatiegesprek ging via Zoom en volgende week verhuis ik".

1. ontkerkelijking
2. individualisering
3. globalisering
4. emancipatie