Aan het eind van de les kun je het begrip 'oppervlakte' definiëren en toepassen.
Aan het eind van de les kun je het begrip 'omtrek' definiëren en toepassen.
Aan het eind van de les kun je het verschil tussen 'oppervlakte' en 'omtrek' uitleggen.
Aan het eind van de les kun je voorbeelden geven van situaties waarin 'oppervlakte' en 'omtrek' gebruikt zijn.
Slide 5 - Diapositive
Definitie van oppervlakte
Oppervlakte is de ruimte binnen een gesloten figuur, zoals de vloeroppervlakte van een kamer.
Definitie van omtrek
Omtrek is de totale lengte van de buitenlijn van een figuur, zoals de omtrek van een speelplaats.
Slide 6 - Diapositive
Toepassingen van omtrek
Omtrek meet de lengte van de rand die het gebied omlijnt.
Toepassingen van oppervlakte
Het begrip oppervlakte wordt gebruikt om de grootte van een tweedimensionaal gebied te meten.
Slide 7 - Diapositive
Verschil tussen oppervlakte en omtrek
Oppervlakte meet de grootte van een tweedimensionaal gebied, terwijl omtrek de lengte meet van de buitenlijn van een figuur.
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
omtrek-eenheden
Slide 10 - Diapositive
Oppervlakte-eenheden
Slide 11 - Diapositive
Formules
oppervlakte en omtrek berekenen
Slide 12 - Diapositive
Even oefenen
opdrachten 1 en 2 :
1. Stel je voor dat je een tuin hebt die de vorm heeft van een rechthoek.
De lengte is 8 meter en de breedte is 5 meter. Wat is de oppervlakte van je tuin?
2. Je hebt een kamer die de vorm heeft van een vierkant met een zijde van 10 meter.
Wat is de omtrek van de kamer?"
timer
3:00
Slide 13 - Diapositive
Even oefenen
opdracht 3 :
Je wilt in je tuin een moestuin maken van 9 m2 en je wilt daar een hek omheen zetten om te voorkomen dat de konijntjes je groenten gaan op eten. Hoeveel meter hek moet je dan om de moestuin heen zetten?
Het hek zijn in panelen van 1 m breed te koop en een toegangspoort is ook 1 m breed. De kosten van per hekpaneel is €35 en toegangspoort is €50. Hoeveel kost het om de moestuin te omheinen als het hek 1 toegangspoort en de rest uit hekpanelen bestaat.
timer
5:00
Slide 14 - Diapositive
Even oefenen
Je tuin kan je opdelen in 2 rechthoeken, één rechthoek van 7 bij 5 meter en één rechthoek van 4 bij 3 meter. Wat is de oppervlakte en omtrek van deze tuin? Maak het uit voor de omtrek en/of de oppervlakte hoe de twee stukken tuin aan elkaar liggen? Leg uit!!
timer
5:00
Slide 15 - Diapositive
Te maken opdrachten
H7.1:
Te maken opdrachten: 3,4, 6, 21,22, 25, 27, 28
Ben je klaar ? extra werkbladen maken
Opgave overnemen in je schrift en daarna uitwerken.
verplicht te doen
Slide 16 - Diapositive
Afsluiting les: omtrek en oppervlakte
Omtrek (km, m, cm, ..)
De lengte van de rand van een figuur (eromheen).
Oppervlakte (hectare, m², .. )
Het aantal keer dat een oppervlaktemaat op het figuur past.