H8 Formules: afronding

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 1

Welkom bij Wiskunde

Pak alvast je spullen erbij

Programma

* quiz herhaling

* afsluiting

Leerdoel

* Je kunt rekenen met formules waar letters in voorkomen

* Je kunt een formule aanpassen als de situatie verandert

De kosten voor een overnachting in hotel Berkel kun je bereken met de volgende formule:
prijs (eur) = 35 + 112n (n = aantal nachten)
Geef de aangepaste formule voor de volgende situatie: de prijs per nacht stijgt met 14 euro, schoonmaakkosten blijven gelijk

De kosten voor een overnachting in hotel Berkel kun je bereken met de volgende formule:
prijs (eur) = 35 + 112n (n = aantal nachten)
Geef de aangepaste formule voor de volgende situatie: de prijs per nacht stijgt met 14 euro, schoonmaakkosten blijven gelijk

De kosten voor een overnachting in hotel Berkel kun je bereken met de volgende formule:
prijs (eur) = 35 + 112n (n = aantal nachten)
Geef de aangepaste formule voor de volgende situatie: de prijs per nacht blijft gelijk, schoonmaakkosten wordt 75 euro

De kosten voor een overnachting in hotel Berkel kun je bereken met de volgende formule:
prijs (eur) = 35 + 112n (n = aantal nachten)
Geef de aangepaste formule voor de volgende situatie: de prijs per nacht wordt 134 euro, schoonmaakkosten dalen met 5 euro

De kosten voor een overnachting in hotel Berkel kun je bereken met de volgende formule:
prijs (eur) = 35 + 112n (n = aantal nachten)
Geef de aangepaste formule voor de volgende situatie: de prijs per nacht blijft gelijk, schoonmaakkosten worden niet in rekening gebracht

Wat is het begingetal in deze woordformule:
Bedrag = 7,50 + 1.25 x aantal

1. 1,25
2. 8,25
3. 7,50
4. 6,25

Bedrag = 7,50 + 1.25 x aantal
De grafiek bij deze formule begint op de verticale as bij:

1. 1,25
2. 8,25
3. 6,25
4. 7,50

Wat is het begingetal in deze letterformule:
Bedrag = 1.25a + 8,25

1. 1,25
2. 8,25
3. 9,50
4. 7

Wat is het stijggetal in deze woordformule:
Bedrag = 1.25 x aantal + 8,25

1. 1,25
2. 8,25
3. 9,50
4. 7

Wat kosten drie broodjes?
Kosten = 1.50 + 2,75 x aantal

1. 12,75
2. 8,25
3. 9,75
4. 1,50

Wat is het daalgetal in deze woordformule:
Inhoud = 200 - 6 x aantal liters

1. 200
2. 194
3. 9,50
4. 6

Hoeveel liter is er over na 20 kilometer rijden?
Inhoud = 200 - 6 x aantal liters

1. 80
2. 194
3. 280
4. 180

Deze formule hoort bij een taxirit: Kosten (euro)= 20 + 0,30k (k=aantal kilometer).
's Nacht zijn de tarieven anders: de begingetal ligt 5 euro lager, de prijs per kilometer 3 cent hoger. Welke formule hoort daar bij?

1. Kosten (euro)= 25 + 0,3k
2. Kosten (euro)= 15 + 0,30k
3. Kosten (euro)= 5 + 0,33k
4. Kosten (euro)= 15 + 0,33k

Afsluiting

- Lesdoelen behaald? 

- Huiswerk (gebruik je agenda!) :