T14 BS 2, 3 & 4 - huid en ademhaling

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 4

B2 De huid en het onderhuidse bindweefsel

Leerdoelen

Je kunt de delen van de huid en van het onderhuidse bindweefsel noemen met hun kenmerken en functies.

Je kunt beschrijven hoe de lichaamstemperatuur min of meer constant wordt gehouden.

De huid is het grootste orgaan van je lichaam

Functies van de huid

Beschermt het lichaam tegen invloeden van buiten

zoals beschadigingen

infecties

ultraviolet straling

Houdt waterverlies tegen door verdamping

De huid bestaat uit de opperhuid en de lederhuid

De opperhuid

Bestaat uit de kiemlaag en de hoornlaag

De opperhuid

Soms is de hoornlaag heel dik = EELT

De opperhuid

Pigmentcellen in de kiemlaag voor bescherming tegen ultraviolet straling

De opperhuid

De haren in de huid zitten in een huidzakje en daaraan zit een talgkliertje, deze produceert talg (houdt de hoornlaag soepel)

De lederhuid

Hier liggen bloedvaten, haarspiertjes, zweetklieren met zweetkanaaltjes, zintuigen en uitlopers van zenuwen

De lederhuid

Onderhuidse bindweefsel

Hier ligt vet opgeslagen in de vacuole van de vetcellen

                                        Vet dient als reservevoedsel en als isolerende laag

Regeling van de lichaamstemperatuur

Regelen van de warmteproductie

- minder of meer verbranding

- verwijden of vernauwen van de bloedvaten

- weinig of veel zweten

- haren 

Warmte vasthouden

Aan de slag!

Wat?	Basisstof 2: maak opdracht 1 t/m 6
Tijd:	20 min
Klaar?	Lees bassistof 3 en maak van basisstof 3: opdr. 1 t/m 6

Aan de slag!

Leerdoelen 14.3 en 14.4

1.  Je kunt de delen van het ademhalingsstelsel van de mens noemen met hun kenmerken en functies.
2. Je kunt beschrijven hoe borstademhaling en buikademhaling plaatsvinden.

T5  Gaswisseling

Gaswisseling is het opnemen van zuurstof en het afgeven van koolstofdioxide

De weg die de lucht aflegt:

- neusholte/mondholte

- keelholte

-strottenhoofd

- luchtpijp

- bronchien

- luchtpijptakje

- longblaasje

neusholte & mondholte

• neusholte is bedekt met neusslijmvlies

• bloedvaatjes

• trilhaartjes

Waarom zit dit allemaal in je neus? 

neusslijmvlies:

-In het neusslijmvlies zitten slijmproducerende cellen, deze maken de neusholte vochtig, de ingeademde lucht wordt hierdoor ook vochtig

Bloedvaatjes:

-Dicht onder het neusslijmvlies lopen bloedvaatjes

-Het bloed verwarmt  het neusslijmvlies en hierdoor ook de binnenstromende lucht

Trilhaartjes:

-Verplaatsen het slijm met stofdeeltjes naar de keelholte waar het wordt ingeslikt

trilhaartjes: verplaatsen slijm met stofdeeltjes naar keelholte -> inslikken

neusslijmvllies: slijmproducerende cellen maken neusholte vochtig en ingeademde lucht ook vochtig, als dat niet gebeurd beschadigen de longen

Keelholte en strottenhoofd

Luchtpijp en bronchiën

luchtpijp

- holle buis en staat altijd open door kraakbeenringen

Bronchiën

ook kraakbeenringen

luchtpijptakjes

-  spiertjes 

- Alles bedekt met slijmvlies en trilhaarcellen

longblaasjes

- gaswisseling

Functie longblaasjes

1. Veel longblaasjes

2. Dunne wand longblaasjes

3. Veel dunne haarvaten

4. Lucht wordt ververst

Verschil in ingeademde en uitgeademde lucht

Ventilatie

Ventilatie is het verversen van de lucht in de longen. 

• Borstademhaling / ribademhaling
• Buikademhaling / middenrifademhaling

Manieren van ademen: Borstademhaling en buikademhaling

Aan de slag!

Wat?	Basisstof 3: m aak opdracht 1 t/m 5 Basisstof 4: maak opdracht 1 t/m 5
Hulp nodig? Meer hulp nodig?	Lees basisstof 3 en 4 Steek je vinger omhoog
Klaar?	Lees basisstof 5

Aan de slag!