Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Zoek de fout
1. Harkt je zoon de tuin?
1. Harkt je zoon de tuin?
2. De boer plandt zijn aardappelen.
2. De boer plant zijn aardappelen.
3. Land jouw vliegtuig in Zaventem?
3. Landt jouw vliegtuig in Zaventem?
Slide 1 - Diapositive
Zoek de fout
4. Red de walvissen!
4. Red de walvissen!
5. Hij besteld de taarten.
5. Hij bestelt de taarten.
Slide 2 - Diapositive
Werkwoordspelling
Slide 3 - Diapositive
Overzicht van deze les
Zoek de fout
Herhaling werkwoordspelling
Oefeningen in de spellingsschrift
Quiz over de werkwoordspelling
Slide 4 - Diapositive
Na deze les kan ik...
...de werkwoorden correct vervoegen in de t.t.
...de werkwoorden correct vervoegen in de v.t.
…het voltooid deelwoord correct vormen.
Slide 5 - Diapositive
D, T of DT??
De regels op een rijtje
Slide 6 - Diapositive
Regelmatige werkwoorden Tegenwoordige tijd
Slide 7 - Diapositive
Regelmatige werkwoorden
Tegenwoordige tijd
UITZONDERING: Schrijf geen -t als het werkwoord vóór het onderwerp van de tweede persoon je of jij staat.
Antwoord jij?
Hark jij veel in de tuin?
toch met -t
- Harkt je zoon vaak? (niet je maar je zoon is onderwerp in deze zin)
Slide 8 - Diapositive
Regelmatige werkwoorden
Verleden tijd
Haal van het hele werkwoord -en af (je behoudt dus de stam)
Zit de laatste letter in 'tsexy fokschaap(/t/, /k/, /f/, /s/, /ch/, /p/,/x/) of de stemloze medeklinker /sj/zoals in lunchen?
Ja? Schrijf in de verleden tijd stam + te(n) Bv. ik harkte, jij kaartte, zij douchten
Nee? Schrijf in de verleden tijd stam + de(n) Bv. ik antwoordde, jij dweilde, jullie gromden
Slide 9 - Diapositive
Regelmatige werkwoorden
Voltooid deelwoord
Voeg de uitgang -t aan de stamtoe als de verleden tijd eindigt op -te(n). Voeg de uitgang -d toe als de verleden tijd eindigt op -de(n).
Bv. ik heb geharkt (zoals ik harkte), ik heb gekaart (zoals ik kaartte) Bv. ik heb gedweild (zoals ik dweilde), dat is gebeurd (zoals het gebeurde)
Voeg geen extra -t of -d toe als de stam al eindigt op een -t of -d. Bv. jij hebt geantwoord
Slide 10 - Diapositive
Instructies oefeningen
Neem jullie spellingsschrift C, p.87 (Thema 8 - les 5)
Oefening 1: maken we samen in de klas
Oefening 2: 1-3 maken we samen in de klas, 4-15 maak je alleen.
Oefening 3: Maak je alleen
Oefening 4: Maak je alleen Iedereen maakt oefening 1 tot en met 4. Klaar? Vraag de verbetersleutel aan de juf en verbeter je oefeningen. Niet tijdig klaar? Werk/verbeter de oefening thuis verder (af).