Hst 32 Argumenten beoordelen

Vandaag Hst. 32 
Leerdoel: als je leest, hoe kun je dan inhoudelijk een argument beoordelen?  

1. herhalen opbouw van argumentatie;
2. argumenten beoordelen op juistheid;
3. argumenten beoordelen op geldigheid;
4. drogredenen.
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Vandaag Hst. 32 
Leerdoel: als je leest, hoe kun je dan inhoudelijk een argument beoordelen?  

1. herhalen opbouw van argumentatie;
2. argumenten beoordelen op juistheid;
3. argumenten beoordelen op geldigheid;
4. drogredenen.

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Denk je dat dit waar is of niet waar?
30% van de misdrijven in NL wordt door dak- en thuislozen gepleegd.
Juist
Onjuist
Weet niet

Slide 4 - Sondage

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Wat zou een geldig argument zijn voor 'gemeenten moeten meer digitaliseren'?

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

cirkelredenering
Ik vind vrijheid van meningsuiting erg belangrijk, omdat ik vind dat iedereen moet kunnen zeggen wat hij of zij denkt.

Slide 10 - Diapositive

te snelle conclusie
  • Mijn opa drinkt iedere avond een borreltje en hij is inmiddels 92 jaar.
  • Drogreden: Alcohol is goed voor je.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

cirkelredenering
Ik vind mijn buurman niet zo'n aardige vent, want ik mag hem niet zo.

Slide 13 - Diapositive

Te snelle conclusie
"Coffeeshops leiden tot criminaliteit. Bij mij in de
straat is sinds de komst van een coffeeshop het
aantal auto-inbraken verdubbeld

Slide 14 - Diapositive

te snelle conclusie
‘Je kunt best verrotte vis eten, mijn nicht deed dat ook en die werd er niet ziek van’.

Slide 15 - Diapositive

Toetsweek
Toets leesvaardigheid (herhaling H17,18,19) H32
Let ook op je taalgebruik, spelling en interpunctie

Slide 16 - Diapositive

Bedenk een juist én geldig argument
'opgroeien in de stad is beter dan opgroeien op het platteland' (mag voor of tegen zijn)

Slide 17 - Question ouverte

Bedenk een juist én geldig argument
'bibliotheken zijn overbodig geworden' (mag voor of tegen zijn)

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Diapositive