Stepping Stones Chapter 3 Getting Started

English Around The World
TL4 - Chapter 3  

Please, grab your books and log into this lessonup
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

English Around The World
TL4 - Chapter 3  

Please, grab your books and log into this lessonup

Slide 1 - Diapositive

Lesson goals:
  • You will learn about different English accents from around the world.
  • You will learn about the past tense (verleden tijd).

Homework:
  • Oef 1 t/m 4 (blz. 10+11)
  • Ga naar Stepping Stones online en koppel jezelf aan de klas (code 53828)
  • Klik op Slim Stampen en oefen GS Grammar A+B en Vocabulary GS




Slide 2 - Diapositive

Different English Accents

Slide 3 - Carte mentale

3

Slide 4 - Vidéo

00:47
Waar komt het Engels eigenlijk vandaan?
A
Europa
B
Noord-Europa
C
Zuid-Europa
D
Amerika

Slide 5 - Quiz

01:20
Welke volkeren woonden al in Engeland?
A
Germanen en Normanen
B
Vikings en Germanen
C
Europeanen, Germanen en Vikings
D
Germanen, Romanen en Normanen

Slide 6 - Quiz

02:33
Engelse mensen hebben veel andere landen overgenomen (gekoloniseerd). Hoe is de taal nog meer zo verspreid geraakt?

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Vidéo

Short quiz!
Guess the English accent
Grab a pen & paper or a word document and number 1-7
Guess the accent. You can score 7 points in total.


Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Your turn! 
Try your best British accent!
Cette vidéo n'est plus disponible

Slide 11 - Diapositive

Aan de slag
Ga aan de slag met je huiswerk (zie Magister volgende les).

Let op:
Je moet hiervoor de grammatica van de verleden tijd gebruiken. 

Als je dit niet meer weet, kijk dan eerst de video op de volgende slide. Als je het wel nog weet, maak dan eerst de quizvragen op de volgende dia's voordat je aan je huiswerk begint. Succes!!

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

He ____ (work) in the garden
when he _____ (find) the money.
A
were working - finded
B
worked - was finding
C
was finding - works
D
was working - found

Slide 14 - Quiz

I ______ my keys yesterday.
A
losted
B
lost
C
losed
D
was losing

Slide 15 - Quiz

We _____ (watch) TV
when we _____ (hear) a loud noise.
A
were watching - heared
B
was watching - heared
C
were watching - heard
D
was watching - heard

Slide 16 - Quiz

It ______ so nice talking to you!
A
was
B
were
C
was being
D
are

Slide 17 - Quiz

Wat is de verleden tijd van: feel
Let op: het is onregelmatig

Slide 18 - Question ouverte

Wat is de verleden tijd van: do
let op: onregelmatig

Slide 19 - Question ouverte

Wat is de verleden tijd van: have
let op: onregelmatig

Slide 20 - Question ouverte

Wat is de verleden tijd van: make
let op: onregelmatig

Slide 21 - Question ouverte

Wat is de verleden tijd van: forget
let op: onregelmatig

Slide 22 - Question ouverte