1-2-2025 nieuw

Familie
Familie
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2MBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Familie
Familie

Slide 1 - Diapositive

Absentielijst





Slide 2 - Diapositive

meervoud
-  en
meervoud
anders
e  -    s
el -    s
en -  s
er -   s
em -s
meervoud
a   -'s
i     -'s
o    -'s
u    -'s
y    -'s

Slide 3 - Diapositive

ski's
paraplu's
auto's
baby's
opa's




Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Lien

Volgende opdracht:
met praatplaat, iedereen naar voren komen
1 persoon zegt en schrijft daarna op het bord

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Volgende opdracht:
voor jezelf maken, daarna klassikaal bespreken

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Volgende opdracht:
voor jezelf maken, daarna klassikaal bespreken

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive


  • oef.10
  • Oef 11 in 2-tallen
  • Oef 12 in 2-tallen

Slide 13 - Diapositive


  • Taalhulp 11 tm 80
  • luisteren en nazeggen

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

  • Oef 13, 
  • Oef 14 hw: a en b op het bord, ieder 3 zinnen
  • Taalhulp luisteren, daarna ieder 1 zin lezen
  • oef 15, zelf doen, daarna klassikaal bespreken
  • 16 luisteren en zelf schrijven, rondlopen en nakijken

Slide 16 - Diapositive

In groepjes van 2
Wat is je telefoonnummer?
Wat is je adres?
Wat is je postcode?
Wat is je geboortedatum?
Hou oud ben jij?
Wat is je BSN nummer?

Slide 17 - Diapositive

lange klank -   korte klank
  
zoon   -  zo -nen                neef  -  neven
week -   we-ken                muur -  muren
vraag -   vra-gen               boom - bomen


zus      -   zussen                man  -  mannen
zin       -   zinnen                 les     - lessen

Slide 18 - Diapositive

Uitzondering
woorden met een a die in het meervoud een aa-klank wordt: bad - baden, bedrag - bedragen, blad - blad(er)en/blaren, dag - dagen, dak - daken, dal - dalen, gat - gaten, gelag - gelagen, glas - glazen, graf - graven, pad - paden (in de betekenis 'weg'), slag - slagen, staf - staven, vat - vaten, verdrag - verdragen

woorden met een e die in het meervoud een ee-klank wordt: bevel - bevelen, gebed - gebeden, gebrek - gebreken, spel - spelen, weg - wegen

woorden met een o die in het meervoud een oo-klank wordt: gebod - geboden, god - goden, hertog - hertogen, hof - hoven, hol - holen, kot - kotten/koten, lot - loten, oorlog - oorlogen, slot - sloten, verbod - verboden, verlof - verloven

enkele bijzondere gevallen: stad - steden, smid - smeden, schip - schepen, lid - leden

Slide 19 - Diapositive

lange klank -   korte klank
jas
bal
streep
hek
straat
tak
grot
taak
mok
buur
beer

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Lien

Slide 22 - Diapositive

Lees opdracht 17, ieder 1 zin

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive